Onderzoek en redactie

2009-2011

 

Bekijk de weerhouden gebouwenVan de Malibranstraat naar de Graystraat en Zwanenstraat. Ze ligt in het verlengde van de Collegestraat. De Korte Malibranstraat komt erop uit.

De Dillensstraat maakt deel uit van het Plan d'ensemble des voies à ouvrir entre la chaussée d'Ixelles, la chaussée de Wavre, le chemin de fer de Luxembourg et la rue Gray, goedgekeurd bij K.B. van 20.02.1861. Het korte straatgedeelte tussen de Korte Malibranstraat en de Graystraat, was vroeger een onderdeel van de Maegdstraat, ook Archtergat genaamd, die later de Collegestraat en Korte Malibranstraat werd.

Haar naam verwijst naar de familie Dillens, een dynastie van kunstenaars waarvan de broers Henri en Adolphe, die schilder waren, in Elsene leefden en stierven. Julien Dillens, de zoon van Henri, werd beeldhouwer.

De oudste bouwaanvraag betreffende de straat dateert van 1877. De straat werd vervolgens tot in 1898 bebouwd met relatief bescheiden huizen in neoclassicistische stijl. Veel van deze huizen werden verbouwd of gewijzigd (nieuwe gevelbekleding, verhoging, vervanging van schrijnwerk en ijzerwerk enz.).

Op nr. 10 bevindt zich een erg bescheiden arbeiderswoning die resulteert uit de samenvoeging van twee kleine huizen die als geheel werden gebouwd met twee identieke huizen in de Korte Malibranstraat (zie dit nummer) en dateren van 1891.

Andere arbeiderwoningen (onder meer nr. 29) werden gebouwd met de steun van het Comité de patronage d'Etterbeek, Ixelles, Saint-Josse-ten-Noode et Schaerbeek [Beschermcomité van Etterbeek, Elsene, Sint-Joost-ten-Noode en Schaarbeek]. Deze comités werden opgericht in het kader van de wet van 1889 op arbeidershuisvesting. Deze wet had tot doel om in de gemeenten aan het gebrek op dit vlak te verhelpen. De beschermcomités leverden aan de kandidaat kopers een ‘arbeiderscertificaat' waarmee ze een goedkope lening konden aangaan bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas. Dit certificaat diende eveneens als waarborg bij de gemeente.

De aanwezigheid van meerdere ateliers op de achterkant van percelen, onder meer op nr. 19 en 21-23, is eveneens een indicatie voor het feit dat hier arbeiders woonden.

In contrast met voornoemde bebouwing, zijn hier ook enkele burgerwoningen van het eind van de 19e eeuw te vinden, die erg goed bewaard zijn gebleven (zie nr. 31 tot 35 en 39).

Bronnen

Archieven
GAE/OW Historique des rues (1925).
GAE/DS10: 222-11-13; 19: 101-19; 21-23: 101-21, 101-23; 29: 101-29.

Publicaties en studies
GONTHIER, A., Histoire d'Ixelles, Le Folklore Brabançon, Impr. De Smedt, Brussel, 1960, p. 217.
HAINAUT, M., BOVY, Ph., Le quartier du Cygne (1), Gemeente Elsene, Brussel, 2000 (À la découverte de l'histoire d'Ixelles, 6).
HAINAUT, M., BOVY, Ph., Le quartier du Cygne (2), Gemeente Elsene, Brussel, 2000 (À la découverte de l'histoire d'Ixelles, 6).
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles-Ixelles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiches 3 en 31.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, pp. 93-98.
LE ROY, P., Monographie de la commune d'Ixelles, Imprimerie Générale, Brussel, 1885, pp. 260-263.

Tijdschriften
HAINAUT, M., ‘Une rue d'Ixelles porte leur nom', Mémoire d'Ixelles, 28, 1988, p. 38.