Bekijk de weerhouden gebouwenDe Leopold I-straat is een lange, onregelmatige verkeersader die het Onze-Lieve-Vrouwvoorplein, in Laken, verbindt met de Jetsesteenweg, op grondgebied Jette, ter hoogte van het Koningin Astridplein. Op haar Lakense tracé kruist ze de Kerkeveldstraat, de Kroonveldstraat en, voorbij de spoorlijn Brussel-Gent, de Jan Bollenstraat, de Emile Bockstaellaan en het Emile Bockstaelplein, de Fransmanstraat, de Richard Neyberghlaan, de Thys-Vanhamstraat, de Louis Wittouckstraat, de Emile Delvastraat, de Prudent Bolslaan, de Edmond Tollenaerelaan en tot slot de Pannenhuisstraat.

De Leopold I-straat vindt haar oorsprong in de oude weg van Jette naar Laken, Blok Straet genaamd, die Jette verbond met het hart van het dorp Laken. Deze weg, met onregelmatig tracé, kreeg de naam Leopoldstraat toen Leopold I, prins van Saksen-Coburg-Gotha (1790-1865), die op 21.07.1831 koning der Belgen werd, via deze weg zijn feestelijke intocht in Brussel hield. De straat werd in 1850 verhard en haar tracé werd rechtgetrokken bij de K.B.’s van 26.01.1880 en 30.05.1887. In 1914 werd de straat tot Leopold I-straat omgedoopt.

Oorspronkelijk liep het eerste deel van de straat, aan de oostzijde van de spoorweg, niet langs de spoorlijnen maar maakte ze meer noordwaarts een bocht, doorheen het huidige zuidelijke deel van de begraafplaats. Daar gaf ze toen toegang tot het buitengoed van bankier Matthieu, dat vanaf 1855 dienstdeed als ouderlingentehuis, een instelling die tot in 1926 in de Almanachs du Commerce et de l’Industrie werd vermeld. In de jaren 1880 werd dit eerste straatdeel vervangen door het huidige, dat loodrecht op het Onze-Lieve-Vrouwvoorplein begint voordat het langs de spoorweg afbuigt.

Aan de onpare zijde van dit straatdeel, langs de begraafplaats, vestigde zich de beeldhouwer Ernest Salu, gespecialiseerd in grafmonumenten. In 1881 liet hij er zijn woning bouwen (zie nr. 17), waaraan hij later drie andere huizen toevoegde (zie nr. 19 en 21, 23). Op nr. 25 had Salu een steenhouwerswerkplaats ingericht, waartegen zijn zoon en opvolger, Ernest Salu II, in 1924 aan de voorzijde een garage van één bouwlaag liet bouwen; die werd een jaar later met twee verdiepingen verhoogd. Achteraan bevindt zich een atelier met een metalen gebinte. Aan pare zijde, tegen de spoorweg, is de tweede helft van het straatdeel lange tijd braak blijven liggen, behalve daar waar het werd ingenomen door fabrikanten van grafmonumenten. Er blijven thans nog twee ateliers over (nr. 38 en 40), terwijl op de rest van het terrein in 2009 een geheel van woningen verrees.

De straat werd geleidelijk bebouwd tussen de jaren 1860 en de jaren 1900, de eerste decennia met woningen in neoclassicistische stijl, nadien vaak in eclectische stijl. In eerstgenoemde stijl vermelden we tal van bescheiden woningen of arbeidershuizen, waaronder het geheel gevormd door nr. 157 tot 177 dat in twee fases werd ontworpen voor een zekere Louis Gernaert, een opzichter: de twee huizen rechts in 1885, met links een doorgang naar drie achterliggende huizen, en de drie huizen links in 1887, vergezeld van drie andere achteraan. Onder de meer gegoede neoclassicistische woningen van latere datum vermelden we nr. 28, evenals nr. 183 en 185 (1898), elk met een inrijpoort die naar achtergebouwen leidt.

Tot de gebouwen in eclectische stijl behoren enkele burgerhuizen of opbrengstpanden, zoals nr. 24 en 26, een geheel dat in 1906 werd ontworpen voor Ernest Salu, 30 (1906), versierd met mozaïekpanelen, 138 (1910) en 269, twee huizen met dakvenster onder puntgevel. Vermelden we ook nog, op nr. 86 (1898), een woning met pittoreske inslag, haaks op de straat, dat thans door een bijgebouw wordt ingesloten maar waarvan de kroonlijst met lambrekijn is bewaard. Verscheidene gebouwen hebben een commerciële benedenverdieping, zoals nr. 216 (n.o.v. architect Victor Dirickx, 1911), nr. 231, een groot opbrengstgebouw uit 1908, of nr. 260 (n.o.v. architect Max Vanden Berg, 1915), waarvan de bow-window in gewapend beton een gelagzaal verlichtte.
Drie ontwerpen van architect P. Heine werden bekroond in de gevelwedstrijden die de gemeente organiseerde: nr. 214 voor het jaar 1910 (zie dit nummer), en nr. 140, gewijzigd op de benedenverdieping, en 152 (zie dit nummer) voor de jaren 1913 tot 1915.

In de noordoostelijke hoek van het Emile Bockstaelplein vermelden we een homogene rij opbrengstgebouwen in eclectische stijl uit de jaren 1920: Emile Bockstaelplein 4 tot 6, en Leopold I-straat 104-106 en 108-110, ontworpen door architect Charles Thomisse (zie deze nummers), evenals nr. 112 (n.o.v. architect Léon Denis, 1923), oorspronkelijk met geveltop, en 114 (1928), ook gesigneerd Charles Thomisse. Tijdens het interbellum verrezen ook gebouwen in art-decostijl, zoals nr. 166 en 166a (n.o.v. architect Louis Tenaerts, 1928), nr. 223-227 (1936), een appartementsgebouw met commerciële benedenverdieping, of nr. 297-299, de voormalige werkplaatsen en kantoren van de Société des Camions Liberty, die in 1930-1931 werden ontworpen en nadien herhaaldelijk werden verbouwd. Op nr. 238 werd een magazijn onder schilddak, loodrecht op de straat, in 1937 voorzien een modernistische gevel met het opschrift “PROGRÈS S.A.” (n.o.v. architecten A. Demeulemeester en G. Maillé).

Op een hoekterrein met Leopold I-straat 116, Richard Neyberghlaan 4 en Laneaustraat 5-7 bevindt zich de Franstalige kleuterschool Léopold I, de voormalige Kleuterschool nr. 21, die rond 1920 was gevestigd in het oude Château des Canons, dat voordien het café-restaurant La Grande Laiterie royale herbergde. In 1956-1958 werd de kleuterschool gedeeltelijk heropgebouwd door architect Paul-Emile Vincent. De huidige gebouwen aan de Leopold I-straat gaan terug tot 1975-1976.

Bronnen

Archieven
SAB/KB straten, doos 72-78, cote 78, nr. 15 (10.02.1914).

SAB/IP II 684 (1903-1915).
SAB/NPP P4 (1929).
SAB/OW 3263 (1929).
SAB/OW 57135 (1905); 2426: Laken 5176 (1906); 25: 50513 (1923-1924), 52081 (1925), 54037 (1925); 30: Laken 5185 (1906); 86: Laken 5005 (1898); 112: 54033 (1923); 114: 38893 (1928); 116: 72803 (1956), 72650 (1958), 87303 (1975), 90241 (1976); 138: Laken PV Reg. 111 (21.02.1910); 140: Laken PV Reg. 154 (27.12.1913); 157 tot 165: Laken 3768 (1885); 167 tot 177: Laken 3903 (1887); 166166a: 52131 (1928); 185: Laken 5012 (1898); 216: Laken 3467 (1911); 223-227: 45157 (1936); 231: Laken 4512 (1908); 238: 51122 (1937); 260: Laken 3677 (1915); 297-299: 40025-40029 (1930-1931), 54597 (1940), 66201 (1953), 62034 (1953), 64045 (1956), 68841 (1956), 73401 (1962), 78395 (1964), 81543 (1970), 91153 (1984).

Publicaties en studies
COSYN, A., Laeken Ancien & Moderne, Imprimerie scientifique Charles Bulens, Brussel, 1904, pp. 30, 139-140, 149-150.
CULOT, M. [o.l.v.], Bruxelles Hors Pentagone. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 44.
MOUTURY, S., CORDEIRO, P., HEYMANS, V., Le logement ouvrier et social à Laeken. Etude historique et architecturale débouchant sur des propositions de mesures de protection, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1997, p. 26b.
TRIBOT, J.-P., Bruxelles (Laeken, Neder-Over-Heembeek, Haeren), Guide des communes de la Région bruxelloise, CFC-Editions, 2005, pp. 38-39.
VAN NIEUWENHUYSEN, P., Toponymie van Laken (doctoraatsverhandeling in de Germaanse Filologie), UCL, Louvain-la-Neuve, 1998, p. 1376.

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie
, “Léopold (rue)”, 1914.
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Léopold I (rue)”, 1920, 1926.
CULLUS, Ph., “Laken. Geannexeerde gemeente, vergeten gemeente?”, in: Gemeentekrediet van België. Driemaandelijks tijdschrift, 153, juli 1985, pp. 34-35.

Kaarten / plannen
VANDERMAELEN, Ph., Atlas cadastral du Royaume de Belgique, plan parcellaire de la commune de Laeken avec les mutations jusqu’en 1836.
POPP, P. C., Atlas cadastral de Belgique, plan parcellaire de la commune de Laeken avec les mutations, 1866.