Onderzoek en redactie
2018
Bekijk de weerhouden gebouwenHet Arthur Van Gehuchtenplein is een rond plein op het parcours van de Ernest Masoinlaan, in de aslijn van de Guillaume De Greeflaan. De grens tussen Sint-Pieters-Jette en Brussel verdeelt het plein in tweeën in de aslijn van de Masoinlaan.
Samen met de Jean-Joseph Crocqlaan, de Ernest Masoinlaan, de Rommelaerelaan en de Stiénonlaan, vormt het plein een ring van verkeerswegen die al in 1906 werd gepland om het trapezoïdale bouwblok af te boorden waarin het Brugmannziekenhuis moest komen dat vanaf 1907 door architect Victor Horta werd ontworpen (zie nr. 2, 4). Zijn cirkelvormige tracé werd in 1910 vastgelegd. De noordwestelijke helft van het plein, waarvan de rooilijn werd goedgekeurd bij K.B. van 03.07.1921, werd gelijktijdig met het ziekenhuis aangelegd, tussen 1911 en 1923. Deze door de hoofdingang van de ziekenhuissite gedomineerde helft werd voorzien van een drieledig plantsoen waarop in 1923 een monument werd geplaatst ter ere van de oprichter van de instelling, Georges Brugmann (zie notitie). Aan het plein wordt het ziekenhuis afgesloten door een hek dat wordt onderbroken door nissen met marmeren platen waarop de namen van de weldoeners van de instelling prijken.
Tot aan de terreinenruil die in 1925 tussen de Stad Brussel en Jette plaatsvond om het ziekenhuis in het grondgebied van de Stad te kunnen opnemen, lag het plein, dat toen nog in aanbouw was, volledig op grondgebied Jette. Enkel de zuidoostelijke helft, die in de jaren 1930 werd ingericht, hing van dan af nog van deze gemeente af. Net als andere verkeerswegen in de omgeving van het ziekenhuis, werd het plein door de gemeente Jette op 31.07.1935 vernoemd naar een arts, Arthur Van Gehuchten (1861-1914), professor aan de Université Catholique de Louvain.
Bronnen
Archieven
SAB/AR straten, doos 93-99, cote 93, nr.29 (31.07.1935).
Publicaties en studies
VAN KRIEKINGE, D., Essai de toponymie laekenoise, Laken, 1995, s. p.
VAN NIEUWENHUYSEN, P., Toponymie van Laken (doctoraatsverhandeling in de Germaanse Filologie), UCL, Louvain-la-Neuve, 1998, p. 535.