Typologie(ën)

herenhuis
Serre
bijgebouwen

Ontwerper(s)

G. VELDEMANarchitect1912

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17607
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee herenhuizen in Beaux-Artsstijl n.o.v. arch. G. Veldeman, 1912.

Halfopen bebouwing, gescheiden van straat door smeedijzeren hekken en uitgebreid met serresBroeikast. n.o.v. dezelfde architect (1916). Onregelmatige volumes van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Bakstenen gevels met wit- en hardstenen elementen op dito plint. Rond-, korf- of schouderboogvormige muuropeningen in omlijstingen met hoekblokken en met versierde sluitstenen met schelpmotieven; glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met balkons en/of smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Getoogde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken.

Nr. 75 met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan opvallende centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.: toren onder koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is.. Rondboogvormige opengewerkte smeedijzeren deur, oorspronkelijk onder metalen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met glas, toegankelijk via trap en klein bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. met vaasbekroning. Rechtertravee oorspronkelijk met ronde uitbouw met terras, heden vergrootte onregelmatige uitbouw onder terras mete borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. uit balustersVaasvormige spijl van een borstwering. en toegankelijk via glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in terugwijkende tweede bouwlaag. Zijgevel wordt gedomineerd door groot rondboogvormig raam ter verlichting van trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht..

Stallen en opslagplaats in Pater E. Devroyestraat, verbouwd tot garage (1949).

Roger Vandendriesschelaan 75 en 77 (Verzameling Dexia Bank-ARB-BHG).

Op nr. 77 risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. uitlopend in brede halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., op benedenverdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met composiet deelzuilen, afgerond balkon met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in tweede bouwlaag en halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. met rondboogvenster met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Centrale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. bekroond door terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. vóór twee glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.; opengewerkte smeedijzeren poort toegankelijk via trap met vaasbekroning op postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Zijgevel volledig ingenomen door bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. met drie zuilen ter ondersteuning van terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. in tweede bouwlaag.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 7 (1912), 109 (1912), 2 (1916), 527 (1949), 139 (1958), 282 (1965).