Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
winkel
manufactuur
winkel
manufactuur
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1925
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 37538
Beschrijving
Gebouw met invloed van de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., met kantoren,
magazijnen en woonvertrekken, ontworpen in 1925 voor de Etablissements Maetens, gespecialiseerd in het vervaardigen van zeilen
en tenten. Jaartal “1925” in steen boven de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de
benedenverdieping en de toegangsdeur.
Het gebouw staat op een lang perceel dat zich ook achter nr. 39 uitstrekt en al vóór 1911 was bebouwd met achterliggende werkplaatsen. Een muurtje met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en smeedijzeren traliewerk, ontworpen in 1912 (meetkundig schatter Alexandre Losange), sloot vroeger het terrein aan de straatkant af.
Breed gebouw van drie ongelijke traveeën en twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel in geelgekleurde baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. Dito sokkel met gebruik van breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van roze zandsteen. Inrijpoort op de linkertravee. Centraal twee brede vensters op de benedenverdieping. Gewelfde bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor een gemetseld dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met geometrische vleugelstukken en een gewelfde stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. T-vormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder rondboog. Rechtertravee opengewerkt met gekoppelde muuropeningen, waaronder een toegangsdeur. Decors van guirlandes, ranken, bladertrossen, linten en ovale medaillonsRonde of ovale cartouche.. Hoofdgestel versierd met een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van bakstenen in dambordpatroon. Kroonlijst op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Onderschild van mansarde met schubvormige imitatieleien en opengewerkt met oeils-de-boeuf en bekronend bolornament. Vensters op de benedenverdieping met smeedijzeren traliewerk. Bewaard schrijnwerk, met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de verdieping met schuifraam.
Op de benedenverdieping, kantoren in het midden en een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. rechts, en een magazijn aan de achterzijde. De verdieping is voorbehouden voor de woonvertrekken.
Het gebouw staat op een lang perceel dat zich ook achter nr. 39 uitstrekt en al vóór 1911 was bebouwd met achterliggende werkplaatsen. Een muurtje met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en smeedijzeren traliewerk, ontworpen in 1912 (meetkundig schatter Alexandre Losange), sloot vroeger het terrein aan de straatkant af.
Breed gebouw van drie ongelijke traveeën en twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel in geelgekleurde baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. Dito sokkel met gebruik van breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van roze zandsteen. Inrijpoort op de linkertravee. Centraal twee brede vensters op de benedenverdieping. Gewelfde bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor een gemetseld dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met geometrische vleugelstukken en een gewelfde stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. T-vormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder rondboog. Rechtertravee opengewerkt met gekoppelde muuropeningen, waaronder een toegangsdeur. Decors van guirlandes, ranken, bladertrossen, linten en ovale medaillonsRonde of ovale cartouche.. Hoofdgestel versierd met een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van bakstenen in dambordpatroon. Kroonlijst op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Onderschild van mansarde met schubvormige imitatieleien en opengewerkt met oeils-de-boeuf en bekronend bolornament. Vensters op de benedenverdieping met smeedijzeren traliewerk. Bewaard schrijnwerk, met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de verdieping met schuifraam.
Op de benedenverdieping, kantoren in het midden en een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. rechts, en een magazijn aan de achterzijde. De verdieping is voorbehouden voor de woonvertrekken.
Bronnen
Archieven
SAB/OW Laken 4132 (1911), Laken 707 (1912), 42871 (1922), 52947 (1925).