Onderzoek en redactie

1989-1994

 

Bekijk de weerhouden gebouwenVan Beursplein naar Sint-Goriksplein.
Licht geknikte straat, gelijktijdig met de Auguste Ortsstraat en de Paul Devauxstraat aangelegd, in waaiervorm vanaf het Beursplein, volgens plan van 1877 (zie Auguste Ortsstraat).

Benaming ter ere van Jules Van Praet (1806-1887), raadsman van Leopold I en Leopold II.

Voordien bevond zich hier de aloude Damstraat, sinds 1851 Sint-Goriksstraat, die van het Sint-Goriksplein naar de Zenne leidde en in 1838 door een brug verbonden werd met de Middeleerstraat.

Homogene bebouwing met neoclassicistische inslag uit de jaren 1880, aansluitend bij de meer monumentale hoekpanden Beursplein nr. 1 en 2, als omlijsting van het fraaie perspectief op de Beurs. Woningen van vier bouwlagen onder zadel- of mansardedak. Bepleisterde en beschilderde gevels met kordongeleding, en eenvoudig stucdecor, veelal beperkt tot de vensteromlijstingen - zowel rechthoekige als getoogd, vlak of geriemd, onder meer met sleutels en panelen of spiegels op de borstweringen - en het klassieke hoofdgestel. Fraai accent van de vaak rijk uitgewerkte, gietijzeren borstweringen. Van bij oorsprong winkelpuien, veelal geflankeerd door een privédeur, met bewerkte pilasters en entablement; heden vrijwel zonder uitzondering verbouwd of opnieuw bekleed. Zo vermelden we o.a. de nr. 3-5 (1881) met drie traveeën en bijkomende tussenverdieping, gekenmerkt door centrale balkons. De nr. 7-9 (1881-1882) en 12-14 (1881) met elk twee traveeën en bijkomende tussenverdieping, gekenmerkt door brede balkons. Of op nr. 8 met verzorgde opstand van drie bouwlagen + tussenverdieping en drie traveeën onder mansardedak, met schijnvoegen, brede balkons, vooral op de eerste verdieping met opmerkelijke borstwering, consoles in het hoofdgestel, en dakkapellen onder fronton. Op nr. 10 en 11-13 (vermoedelijk n.o.v. architect E. Van Humbeeck, 1888), nr. 30-32 (1888) en nr. 34-36 (1881) allen met drie traveeën, met breed balkon boven de pui en centrale balkons op de hoogste twee verdiepingen, vooral in nr. 10 en 34- 36 met opmerkelijke borstweringen, en behalve in nr. 11-13 dakkapellen met fronton in het mansardedak; grotendeels bewaarde pui met verdiepte en geblokte hardstenen posten in nr. 11-13. Op nr. 27-29 (1887) vier traveeën, gekenmerkt door een breed balkon boven de pui. Nr. 31-33 met vijf bouwlagen en twee traveeën, heden gecementeerd, gekenmerkt door brede balkons. Op nr. 35-37 (1885) een afgeschuind hoekpand (Karperbrug), van negen traveeën en bijkomende tussenverdieping, gekenmerkt door Franse balkons met rijk uitgewerkte borstwering. Tenslotte op nr. 38-42, een afgeschuind hoekpand (Sint-Goriksplein nr. 33-35), driemaal vier traveeën en bijkomende tussenverdieping, gekenmerkt door een omlopend balkon op de eerste verdieping; gedeeltelijk bewaarde winkelpuien met pilasters en entablement. Op nr. 23-24 een modernistisch appartementsgebouw n.o.v. architecten L. Le Cocq en E. Rodberg uit 1937.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 5206 (1881), 966 (1881-1882), 931 (1881), 973 (1888), 957 (1888), 959 (1881), 971 (1887), 19712 (1885), 59929 (1937).