Onderzoek en redactie
1989-1994
Bekijk de weerhouden gebouwenVan Hoogstraat naar Minimenstraat.
Brede, sterk hellende straat, met rechtlijnig tracé vanaf een trechtervormige aanloop, halverwege onderbroken door het cirkelvormige Emile Vanderveldeplein. Aangelegd in 1894, ongeveer gelijktijdig met de Lebeaustraat, waarbij drie dichtbebouwde bouwblokken werden doorbroken, de Kalkoense Haanstraat en de Fortuinstraat verdwenen en de Duivenstraat werd ingekort en deels verlegd. De brede trechter aan het westelijke uiteinde doorbrak de continuïteit van de Hoogstraat, waarbij de Kappellekerk als ‘monument’ in een verruimd perspectief kwam te staan, zichtbaar vanaf de Grote Zavel. De operatie kaderde in de uitbouw van een stelsel van verkeerswegen tussen de boven- en de benedenstad, en vormde daarnaast een belangrijke saneringsingreep in deze wijk. Terzelfdertijd werd ook het noordelijke bouwblok aan de onpare zijde van de Minimenstraat verkaveld.
Met het oog op verfraaiing van de stedelijke omgeving, en om de allure van de nieuwe straat te garanderen, werd in 1894 een gevelwedstrijd georganiseerd. Wegens het gebrek aan kwaliteit van de gerealiseerde architectuur werden in 1905 uiteindelijk slechts de tweede, derde, vijfde en zesde prijs toegekend, respectievelijk aan het hoekgebouw Grote Zavel nr. 46, nr. 2-4 door architect E. Janlet, nr. 22 door architect P. Hermanus en nr. 37-41 door architect F. Kips.
De straat werd vernoemd naar Joseph Stevens (1819- 1892), Brussels dierenschilder. Het plein naar Emile Vandervelde (1866-1938), voorman van de Belgische Werkliedenpartij en Minister van Staat.
Karakteristiek voor de bebouwing van de Joseph Stevensstraat is de cirkelvorm van het plein die wordt herhaald in de concave buiging van de omringende gevelwanden. De zuidzijde werd eertijds ingenomen door het Volkshuis, één der belangrijkste realisaties van architect Victor Horta, uit 1895-1899, met een complex programma en ruimte-indeling en een markante ijzerstructuur, dat in 1965 ondanks internationaal protest werd gesloopt, en vervangen door een kantoortoren met 26 verdiepingen (1965-1966, architect A. Vanderauwera).
Voorts intacte, overwegend eclectische gevelwanden, vnl. hoge huurhuizen, afgesloten door monumentale hoekhuizen, van omstreeks de eeuwwisseling, gemarkeerd door een plastische decoratie, erkers en gietijzeren balkons. Banaal pand met neoclassicistische inslag in nr. 12-14 (1903).
Bronnen
Archieven
SAB/OW 31708 (1894-1905), 13071 (1895- 1899), 13078 (1903); AA, 1894, rep. 3314-3315; PP, 1494-1495.