Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
Fernand PETIT – architect – 1927
Adolphe PIRENNE – architect – 1905
Stijlen
Art deco
Eclectisme
Historicisme
Neorenaissance
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 6769
Beschrijving
Pelgrimshuis. Prestigieus herenhuis in eclectische stijl met neo-Vlaamse renaissance-elementen i.o.v. de familie Colson en n.o.v. arch. Adolphe Pirenne, 1905; later uitgebreid en grondig gewijzigd i.o.v. apotheker Pelgrims en n.o.v. arch. Fernand Petit, 1927.
Exterieur uitgebreid in dezelfde stijl als oorspronkelijk gebouw, interieur eerder in eclectische stijl en art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik.. In oorsprong Les Cascatelles genoemd vanwege uitzicht op haar landschapspark met kleine watervallen. Deze tuin maakt nu deel uit van het Pierre Pauluspark. De woning zelf is sinds 1963 eigendom van gemeente Sint-Gillis.
Gevels geïnspireerd op traditionele bak- en zandsteenstijl. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met rechthoekige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., soms onder tentdak. Lange voorgevel met twee bouwlagen met soms onregelmatig ingebrachte muuropeningen. Lateraal benadrukt door twee indrukwekkende puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is., links groter en rechts doorkruist door schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw.. Op verdiepingen links bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. van twee bouwlagen op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker.. Centraal torenvormige uitbouw op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. en onder tentdak. Fraaie eiken vleugeldeur binnen geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. omlijsting en onder rondboogvormig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer..

Rechter zijgevel bekroond door klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is. en uitgebreid met wintertuin met één bouwlaag. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. van dit volume voorzien van traliewerk in art-decostijl en keek oorspronkelijk uit op, thans verdwenen exotische serreBroeikast..
Linker zijgevel functioneert in oorsprong als wachtmuur.
Achtergevel met onregelmatige hoogte. Links voorzien van loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. en met park verbonden via stenen trap met dito borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd met lofwerkmotieven. Links hoogste volume met erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Gevel rechts benadrukt door uitspringend volume van twee bouwlagen onder terras met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met lofwerkVersiering van beeld- en houtsnijwerk in de vorm van bladeren..

Oorspronkelijk volume besloeg slechts ca. een derde van oppervlakte van huidig gebouw. Het betrof een klein gebouw met twee bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. en is, hetzij verbouwd, links in het huidig gebouw terug te vinden. Enkel erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. links van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. eronder bewaard. Deur is ook bewaard maar werd naar rechts verplaatst. Ook de huidige klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is. (stenen bekroning uitgezonderd) werd heropgebouwd en fungeerde als rechter zijgevel van het oorspronkelijk volume.
Interieur met historiserende aankleding en o.a. verwijzend naar Vlaamse renaissance, naast zuivere art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., 1927. Enkel fraaie eiken eretrap in neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz. dateert van 1905.
![Pelgrimshuis, <a href='/nl/glossary/248' class='info'>trappenhuis<span>Gedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.</span></a>, arch. Adolphe Pirenne, 1905 ([i]Vers l'Art[/i], 12, 1906, pl. 70).](/medias/500/buildings/10601116_0069_W04.JPG)
In hall, geometrisch glas-in-lood in pasteltinten. Vloer in dambordpatroon met carrara- en zwarte marmer.
Toiletkamer in art-decostijl; vloer met waaiervormig mozaïek; lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in hout of in beige marmer met zwarte boord.
In verlengde van hal, neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven. salon met rozenmotieven of kooflijst van plafond, herhaald in decoratie van witstenen schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw.. Parket met ruitvormige motieven. Eiken schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Rechts van hal overwelfde gang naar eetkamer in neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven., afgesloten door beglaasde metalen art-decodeur onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Eetkamer met cassetteplafond, witstenen schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. met haardplaat uit XVII met mythologische voorstelling.
Wintertuin in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. en onder betonnen koepelstructuur met moreske openingen gevuld met blauw-opaalachtig glas-in-lood. Sokkel, bloembakken, hoeknissen en centrale fontein bekleed met veelkleurige mozaïek (wit, blauw en goudkleurig van aannemer H. Baudoux). Gepolijste hardstenen vloer met centraal stermotief in goudkleurig, geel en groen marmer. Verfijnde metalen vleugeldeur, grote spiegel, afgeknotte zuilen en buste van Pan.

Op verdiepingen drie kamers; twee met in eiken lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … gevatte wandtapijten. Drie badkamers, waarvan twee met bewaarde lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in beige en zwart marmer; ingebouwde kasten en spiegels. Prachtig glasramen in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik..
Exterieur uitgebreid in dezelfde stijl als oorspronkelijk gebouw, interieur eerder in eclectische stijl en art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik.. In oorsprong Les Cascatelles genoemd vanwege uitzicht op haar landschapspark met kleine watervallen. Deze tuin maakt nu deel uit van het Pierre Pauluspark. De woning zelf is sinds 1963 eigendom van gemeente Sint-Gillis.
Gevels geïnspireerd op traditionele bak- en zandsteenstijl. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met rechthoekige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., soms onder tentdak. Lange voorgevel met twee bouwlagen met soms onregelmatig ingebrachte muuropeningen. Lateraal benadrukt door twee indrukwekkende puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is., links groter en rechts doorkruist door schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw.. Op verdiepingen links bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. van twee bouwlagen op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker.. Centraal torenvormige uitbouw op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. en onder tentdak. Fraaie eiken vleugeldeur binnen geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. omlijsting en onder rondboogvormig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer..
Rechter zijgevel bekroond door klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is. en uitgebreid met wintertuin met één bouwlaag. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. van dit volume voorzien van traliewerk in art-decostijl en keek oorspronkelijk uit op, thans verdwenen exotische serreBroeikast..
Linker zijgevel functioneert in oorsprong als wachtmuur.
Achtergevel met onregelmatige hoogte. Links voorzien van loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. en met park verbonden via stenen trap met dito borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd met lofwerkmotieven. Links hoogste volume met erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Gevel rechts benadrukt door uitspringend volume van twee bouwlagen onder terras met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met lofwerkVersiering van beeld- en houtsnijwerk in de vorm van bladeren..
Oorspronkelijk volume besloeg slechts ca. een derde van oppervlakte van huidig gebouw. Het betrof een klein gebouw met twee bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. en is, hetzij verbouwd, links in het huidig gebouw terug te vinden. Enkel erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. links van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. eronder bewaard. Deur is ook bewaard maar werd naar rechts verplaatst. Ook de huidige klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is. (stenen bekroning uitgezonderd) werd heropgebouwd en fungeerde als rechter zijgevel van het oorspronkelijk volume.
Interieur met historiserende aankleding en o.a. verwijzend naar Vlaamse renaissance, naast zuivere art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., 1927. Enkel fraaie eiken eretrap in neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz. dateert van 1905.
In hall, geometrisch glas-in-lood in pasteltinten. Vloer in dambordpatroon met carrara- en zwarte marmer.
Toiletkamer in art-decostijl; vloer met waaiervormig mozaïek; lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in hout of in beige marmer met zwarte boord.
In verlengde van hal, neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven. salon met rozenmotieven of kooflijst van plafond, herhaald in decoratie van witstenen schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw.. Parket met ruitvormige motieven. Eiken schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Rechts van hal overwelfde gang naar eetkamer in neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven., afgesloten door beglaasde metalen art-decodeur onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Eetkamer met cassetteplafond, witstenen schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. met haardplaat uit XVII met mythologische voorstelling.
Wintertuin in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. en onder betonnen koepelstructuur met moreske openingen gevuld met blauw-opaalachtig glas-in-lood. Sokkel, bloembakken, hoeknissen en centrale fontein bekleed met veelkleurige mozaïek (wit, blauw en goudkleurig van aannemer H. Baudoux). Gepolijste hardstenen vloer met centraal stermotief in goudkleurig, geel en groen marmer. Verfijnde metalen vleugeldeur, grote spiegel, afgeknotte zuilen en buste van Pan.
Op verdiepingen drie kamers; twee met in eiken lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … gevatte wandtapijten. Drie badkamers, waarvan twee met bewaarde lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in beige en zwart marmer; ingebouwde kasten en spiegels. Prachtig glasramen in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik..
Bijhorend meubilair verkocht.
Bescherming 21.06.2001.
Bescherming 21.06.2001.
Bronnen
Publicaties en studies
DUBUISSON, E., EGGERICX, L., Beschermde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, La Renaissance du Livre, 2003, p. 120-122.
Tijdschriften
La Revue documentaire, 5, 1931, p. 73.
« Maison située rue de Parme, architecte Ad. Pirenne », Vers L'Art, 12, 1906, pl. 67-71.
DUBUISSON, E., EGGERICX, L., Beschermde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, La Renaissance du Livre, 2003, p. 120-122.
Tijdschriften
La Revue documentaire, 5, 1931, p. 73.
« Maison située rue de Parme, architecte Ad. Pirenne », Vers L'Art, 12, 1906, pl. 67-71.