Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Gilion WITTEBORTaannemer, architect1899

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 5996
lees meer

Beschrijving

Twee vergelijkbare huizen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. en voor aannemer Gilion Wittebort, 1899.

Rechthoekige muuropeningen binnen hardstenen omlijsting op benedenverdieping. Op verdieping getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Beide gevels oorspronkelijk met balkon.

Nr. 7. Huis in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie.. Bakstenen gevel met hardstenen elementen. Getralied kelderlicht onder gedrukte boogBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog. en knoppenfries. Metalen deur in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met floraal glasraam. Balkon met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met gekleurde cementtegelsTegel op basis van cement, vaak polychroom versierd en gebruikt voor vloeren, friezen en borstweringen. in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..

Interieur gewijzigd in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. (1908), o.m. met fraaie schouwboezemHet boven de stookplaats uitspringende en rookopvangende gedeelte van een schouw; of ook, het boven de schoorsteenmantel opgaande gedeelte van een schoorsteen tot aan de zoldering. in neorococoHistoriserende architectuur die zich vanaf ca. 1910 ontwikkelt. Grijpt terug naar de vormentaal van de bouwkunst van het midden van de 18e eeuw. Gekenmerkt door specifieke rococo-ornamenten (onregelmatige schelpvormen, rocailles, enz.) en de voorliefde voor asymmetrische lijnen. met schouderboogspiegel onder rechthoekig neoclassicistischArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. schilderij, neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven. schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. in rouge royale onder bewerkte houten boezemHet boven de stookplaats uitspringende en rookopvangende gedeelte van een schouw; of ook, het boven de schoorsteenmantel opgaande gedeelte van een schoorsteen tot aan de zoldering. met rechthoekige spiegel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. onder gebeeldhouwd ovaal medaillonRonde of ovale cartouche.. VerandaGrotendeels met glas dichtgezette houten of metalen uitbouw van een huis; leefruimte met voornamelijk palmen en exotische planten. (1914) met kleurrijke florale glasramen. Uitzonderlijke araucaria in tuin.

Nr. 8. Gevel in simili-natuursteen met hardstenen elementen. Houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op verzoek van Wittebort toegevoegd (1909) i.p.v. voormalig balkon. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (1967).

Bronnen

Archieven
GASG/DS 1967 (1899); 7: 9 (1914); 8: 232 (1909), 45 (1967).