Typologie(ën)

kapel

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1516-1524

INCONNU - ONBEKEND1700-1800

Juridisch statuut

Ingeschreven op de bewaarlijst sinds 28 april 2022

Beschermd sinds 22 november 2001

Stijlen

Gotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2021

id

Urban : 39915
lees meer

Beschrijving

Voormalige huiskapel van het hof van Nassau, opgetrokken door Engelbert II van Nassau, als onderdeel van de grondige verbouwing en uitbreiding van dit stadspaleis eind 15e-begin 16e eeuw (zie Museumplein). Aan de kapel werd nog gewerkt in 1516 en 1524, onder Hendrik van Nassau. Bij de wederopbouw in de 18e eeuw van het Paleis van Karel van Lotharingen, behouden op kelderniveau. Begin 19e eeuw verhuurd als biermagazijn, doch in 1839 gerestaureerd. Vervolgens achtereenvolgens in gebruik als depot voor beeldhouwwerken, vanaf 1862 laboratorium van het Museum voor Natuurwetenschappen, vanaf 1895 het Internationaal Instituut voor Bibliografie, van 1923 tot 1958 leeszaal van het Algemeen Rijksarchief. Het behoud van de Sint-Joriskapel werd reeds voorgeschreven in de wedstrijd voor de Kunstberg van 1937 (cf. supra). In de definitieve plannen voorzien om te worden gedemonteerd en verplaatst binnen het bibliotheekcomplex, werd in 1961-1962 besloten tot integratie in situ. Vervolgens gerestaureerd en als tentoonstellingszaal ingehuldigd in 1969.

Eenvoudige zaalkapel in laatgotische stijl, opgetrokken uit zandsteen. Rechthoekige plattegrond, georiënteerd naar het westen, tweebeukig in de drie oostelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), overgaand in een pseudodriebeukige structuur in de diepere westelijke koortravee.
Verankerde buitengevels met respectievelijk vier en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Noordgevel met getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. opbouw overeenkomstig de vroegere straathelling. Hoge kwarthol geprofileerde sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., onderbroken door de lage Tudorboogdeur met geprofileerd beloop en loofwerkVersiering van beeld- en houtsnijwerk in de vorm van bladeren. in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. in de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bovenregister met vier verkleinende gedrukte spitsboogvensters met geprofileerd beloop, drie- en links tweelichtindeling, en driepassen, belijnd door een waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. aansluitend bij de afzatenAflopend bovenvlak van een dorpel.. Rijk gebeeldhouwde nisUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. met beeld van Sint-Joris in gevecht met de draak, tussen de derde en de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met koolbladmotieven, gebundelde colonnettenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., baldakijn met accoladeboogjes en kruisbloem(Neo)gotische beëindiging, bestaande uit een stam met daarop één of meerdere kransen van gestileerde bladeren (hogels) en bovenaan bekroond met een sierbol (pumeel).. Reliëf met silhouet van het voormalige Hof van Nassau door beeldhouwer G. Dobbels tegen de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Westgevel met zelfde kenmerken, eertijds ingebouwd.

Witbepleisterd interieur met vrijlating van de zandstenen zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., gewelfribben en omlijstingen. Geprofileerd kruisribgewelf, centraal opgevangen door kapiteelloze rondzuilen met geprofileerde octogonale sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., in de westelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) door een stel pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met flankerende halve
colonnetten; aan de wanden neerkomend op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met koolbladmotief, in de westtravee op halve pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met colonnettenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd.. Doksaal aan oostzijde, gesteund door twee brede gedrukte korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. aan weerszij van de middenzuil, met opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. balustradeHekwerk van spijlen of balusters. samengesteld uit vervlochten accoladebogenBoog bestaande uit twee in- en uitzwenkende boogdelen die bij hun snijding een spits vormen. met driepasvulling.


Bronnen

Publicaties en studies
DUMON P., La Chapelle de Nassau (Brabant, 1970, 5, pp. 28-32).