Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Fr. ROBBERECHTSarchitect1923

Stijlen

Beaux-Artsstijl
Art deco

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2019

id

Urban : 39582
lees meer

Beschrijving

Opbrengstpand met commerciële benedenverdieping, met invloed van de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. en de art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., n.o.v. architect F. Robberechts, 1923.

Opstand van vier bouwlagen en twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, elk bekroond door een klokgevel. Benedenverdieping in witsteen, thans beschilderd; verdiepingen in baksteen met witstenen elementen. Toegangsdeur met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., etalage – ter vervanging van een winkelpui die bestond uit gebogen, naar de ingang terugwijkende etalages – en inrijpoort, alle drie met stijlen in de vorm van gecanneleerde zuilen met kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Op de verdiepingen, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., elk met een bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. over twee bouwlagen voorzien van muuropeningen met drie monelenStenen vensterstijl. en bekroond door een terras met geajoureerde borstwering voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met twee monelenStenen vensterstijl.. De klokgevelsGevel waarvan de top klokvormig is. worden versierd door een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met een dambordpatroon van bakstenen, uitmondend in voluten en met gewelfde oculussen onder een hoge sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Oorspronkelijke deur met getraliede ramen en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-loodraam. Op de verdiepingen, oorspronkelijk houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen roedeverdeling en glas-in-loodramen met floraal motief.
Binnen, winkel, oorspronkelijk gevolgd door kantoren. Eén appartement per verdieping.

Achteraan, ontworpen volgens hetzelfde plan, atelier van twee bouwlagen, rechts verhoogd met een derde, oorspronkelijk gebruikt als papieropslagplaats.

Bronnen

Archieven
GAA/DS
 17395 (24.03.1924), 37422 (17.11.1955).