Typologie(ën)
kantoorgebouw
opslagplaats/loods
opslagplaats/loods
Ontwerper(s)
François CORNELIS – architect – 1930
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2006-2008
id
Urban : 17783
Beschrijving
Kantoorgebouw in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. n.o.v. arch. François Cornelis, 1930.
Ter vervanging van klein gebouw in 1908 ontworpen door arch. Édouard Ramaekers i.o.v. Charles Daussin, een bouwmeester gespecialiseerd in ‘lichte kerkgewelven'. Achteraan op het perceel werd een hangar gebouwd volgens dezelfde bouwtoelating; hij is overwelfd met een gewelf ontworpen volgens het gebrevetteerde systeem van de eigenaar. De aannemers Joseph Tignol en Adolphe Joly, opvolgers van Daussin, lieten in 1930 een nieuw gebouw ontwerpen, maar de hangar bleef bewaard.
Gevel vergelijkbaar met die van een woonhuis van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Gevel in fijne baksteen met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen en elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verlevendigd door spel van uitsprongen. Toegangsdeur en koetspoort op benedenverdieping onder mijterboog; eerste onder gelijkvormige archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., tweede met schuine binnenzijden. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met golfmotief. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). gewijzigd. Rechthoekige dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en achthoekige œil-de-bœuf. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... : beglaasde deuren met geometrisch traliewerk; roedeverdeling; gebeeldhouwde stijlen en bedrukt glas.
Ter vervanging van klein gebouw in 1908 ontworpen door arch. Édouard Ramaekers i.o.v. Charles Daussin, een bouwmeester gespecialiseerd in ‘lichte kerkgewelven'. Achteraan op het perceel werd een hangar gebouwd volgens dezelfde bouwtoelating; hij is overwelfd met een gewelf ontworpen volgens het gebrevetteerde systeem van de eigenaar. De aannemers Joseph Tignol en Adolphe Joly, opvolgers van Daussin, lieten in 1930 een nieuw gebouw ontwerpen, maar de hangar bleef bewaard.
Gevel vergelijkbaar met die van een woonhuis van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Gevel in fijne baksteen met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen en elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verlevendigd door spel van uitsprongen. Toegangsdeur en koetspoort op benedenverdieping onder mijterboog; eerste onder gelijkvormige archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., tweede met schuine binnenzijden. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met golfmotief. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). gewijzigd. Rechthoekige dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en achthoekige œil-de-bœuf. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... : beglaasde deuren met geometrisch traliewerk; roedeverdeling; gebeeldhouwde stijlen en bedrukt glas.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 991 (1908), 39075 (1930).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid