Voormalige Lagere School nr. 34 en 35, thans Ecole Primaire Reine Astrid – Koningin Astridschool
Mutsaardlaan 69, 69b, 71
Gustave Demanetstraat 82, 84
Typologie(ën)
bibliotheek
Ontwerper(s)
Pierre GILLET – architect, ingenieur-architect – 1906
Marcel TOCK – architect – 1932-1938
Jean ROMBAUX – architect – 1968-1969
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Geschiedenis
In 1906 werd het perceel gekocht waarop de schoolinstelling moest komen, in het oosten afgeboord door een weg genaamd Paddenstraat, de toekomstige Gustave Demanetstraat, en in het westen en in het noorden door respectievelijk de toekomstige Mutsaardlaan en Wannekouterlaan, waarvan het tracé dat jaar werd goedgekeurd. Het eerste gebouw, een lang volume van twee bouwlagen op het toekomstige nr. 82 Gustave Demanetstraat, huisvestte Gemeenteschool nr. 6 (meisjes en jongens) en een kleuterschool. Een uitbreiding tot aan de toekomstige Mutsaardlaan werd al vanaf het begin gepland. In 1923 werd het gebouw verhoogd met een verdieping in dezelfde stijl. De uitbreiding van het complex werd in 1917 bestudeerd door architect Henri Jacobs, maar de opdracht ging uiteindelijk in 1930 naar architect Marcel Tock, die in 1931 twee nieuwe L-vormige vleugels aan de twee toekomstige lanen ontwierp. Hij plaatste zijn signatuur en het jaartal “MARCEL TOCK / ARCHITECTE / 1936-1937” op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. op de hoek van de twee lanen. De instelling, die rond 1930 werd omgedoopt tot Lagere Scholen nr. 34 en 35, werd op 06.03.1938 ingehuldigd. Tijdens de zitting van 07.12.1951 besliste het College het complex de naam Koningin Astrid te geven, een naam die pas in 1971 voor het Franstalige gedeelte en rond 1980 voor het Nederlandstalige daadwerkelijk werd gebruikt.
In 1965 stelde stadsarchitect Jean Rombaux de plannen op voor een nieuwe, identieke vleugel (nr. 69b) die de vleugel van de Mutsaardlaan (nr. 71) verlengde. Nog tijdens de werken werd daar in 1969 een derde verdieping aan toegevoegd. Vóór deze datum was een geprefabriceerd paviljoen (nr. 69) gevestigd ten zuiden van de toekomstige vleugel; in 1971 werd het aangevuld met een ander, loodrecht paviljoen binnen het bouwblok (architect Albert Mannoy, Bureau d’Etudes d’Architecture S.A. Wérister in Romsée). Aan de Demanetstraat bevat het gebouw thans eveneens de franstalige Mutsaard bibliotheek. Het complex huisvest ook het Institut Secondaire Paul-Henri Spaak, dat toegankelijk is via nr. 84 Demanetstraat.
Beschrijving
Oorspronkelijk gebouw
Op nr. 82 Gustave Demanetstraat, gebouw van drie bouwlagen onder plat dak, de laatste ter vervanging van het oorspronkelijke zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Bakstenen gevels versierd met hardstenen elementen. Opstanden van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gescheiden door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Vensters onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Ronde sierdeksels. Schrijnwerk vervangen.
Aan straatzijde, gevel thans wit geschilderd. De deur, op de zesde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), was niet op het oorspronkelijke plan getekend: de toegang bevond zich toen op de rechterzijgevel. Deur met stenen omlijsting en onder boogvormig fronton. Elke verdieping wordt door een bakstenen zaagtandfries belijnd. Per twee gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de laatste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Aan de speelplaats, hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met bakstenen zaagtandfriezen. Vensters met twee monelenStenen vensterstijl. op de eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en één moneelStenen vensterstijl. op de volgende. Borstweringen versierd met vierkante stenen panelen. Brede deur op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Binnen, in elke bouwlaag, gang aan de straatkant, met in de eerste twee bouwlagen arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. omringd door klaslokalen aan de speelplaats. Verschoven ten opzichte van de toegang aan de straatkant en in de aslijn van de deur naar de speelplaats, metalen trap met opengewerkte optreden en leuningen met zuilvormige houten trappalenHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap. onder bolvormig topstuk en met fijne metalen balusters. De drie klassen aan de zuidkant waren bestemd voor de jongens, de twee aan de noordkant voor de meisjes. De speelplaats werd in tweeën verdeeld door een loodrechte muur aan de noordkant van de traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met de trap.
Vleugels uit de jaren 1930
Op nr. 84 Demanetstraat en 71 Mutsaardlaan, twee vleugels die een asymmetrische U vormen met het oorspronkelijke gebouw, met op de hoeken ingangen met afgeschuinde vlakken. Gezien het hoogteverschil van het terrein hebben de vleugels twee bouwlagen boven een half-ondergrondse onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., terwijl de ingangen respectievelijk twee bouwlagen op nr. 71 Wannekouterlaan en drie op nr. 84 Demanetstraat hebben. Platte daken. Gevels in oranjekleurige baksteen versierd met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. zones en met hardsteen. Raamwerk vervangen, oorspronkelijk met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling. Platte betonnen kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met soffiet met caissons onder attiekmuurtje. Opstanden waarvan het horizontale karakter wordt benadrukt door bepleisterde gladde lijsten op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en dito friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Aan de straatzijden worden de opstanden verticaal geritmeerd door kolossale geprofileerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., waaronder een paar dubbele, langs traveeën met muuropeningen met meestal twee of drie uitspringende pilastervormige monelen. Analoge compositie aan de speelplaats, maar met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die niet geprofileerd zijn.
Vleugel aan de Wannekouterlaan van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de vijf centrale versierd met vierkante panelen. Op de tweede en zesde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), lage venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping, onder een paneel dat de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt. Ze moesten respectievelijk worden voorzien van de opschriften “ECOLE / PRIMAIRE / FILLES” en “ECOLE / PRIMAIRE / GARCONS”. Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), getrapte venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de eerste bouwlaag die twee aan elkaar palende trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlichten.
Vleugel aan de Mutsaardlaan van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale met een ingang aan de speelplaats, bekroond door een hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht.
Op nr. 84 Demanetstraat, voormalige ingang van de meisjesschool; breed afgeschuind vlak met, in de eerste twee bouwlagen, een trapezoïdale uitbouw bekroond door een terras met een met traliewerk opengewerkte stenen borstwering gevolgd door vijf gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen.
Op nr. 71 Mutsaardlaan, voormalige ingang van de jongensschool in een achthoekig volume. Drie van op de straat zichtbare vlakken, geflankeerd door dubbele gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., in een stompe hoek, de kroonlijst doorbrekend en de overgang met de twee vleugels vormend. Brede ingang met imposante stenen omlijsting en geprofileerde stijlen. Hier moest het opschrift “ECOLE / COMMUNALE / GEMEENTE / SCHOOL” komen.
Oorspronkelijke beglaasde smeedijzeren deuren met geometrisch motief.
Aan de speelplaats, hoekvolume met de kantoren van de directeur en de directrice, het eerste van één bouwlaag en met centrale uitsprong, het tweede met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen.
Speelplaats oorspronkelijk geplaveid met bakstenen en betonnen tegels in damboordpatroon. Een noord-zuid georiënteerde muur, met aan de noordkant een toegang met trap, verdeelt de speelplaats in twee delen die op een verschillende hoogte liggen. Tegen die muur zijn twee overdekte speelplaatsen onder platform aangelegd, de lagere open tussen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), de hogere afgesloten met raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.. Volume met sanitaire ruimten tegen de zuidelijke gemeenschappelijke tussenmuur.
Binnen, vleugel aan de Mutsaardlaan bestaande uit lange gangen aan straatzijde en klaslokalen langs de speelplaats. Tussen de klaslokalen en de gang, grote vensters met roedeverdeling. Refter in de half-ondergrondse verdieping. Aan de Wannekouterlaan, vleugel waarvan de benedenverdieping wordt ingenomen door de turnzalen voor de meisjes en de jongens, oorspronkelijk gescheiden door een accordeonwand die het mogelijk maakte een feestzaal te vormen. Op de verdieping, vergaderzaal oorspronkelijk voorzien van parket en lambrisering in limba, verlicht via de gevels en door drie daklichten (thans gedicht) in een met geprofileerde caissons gestructureerd plafond. Kleedkamers in de half-ondergrondse verdieping met de oorspronkelijke houten kleedcabines.
Achthoekige inkomhallen met acht pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) die een perifere galerij en een inkomsas afbakenen. Plafonds gestructureerd met talrijke uitsprongen. Hal van de jongensschool over twee bouwlagen, waarvan de tweede een mezzaninegalerij vormt, met een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met buisreling versierd met bollen en bekroond door een achthoekig daklicht. De verdieping van de hal geeft toegang tot een vergaderzaal. In het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. van de hal, doucheruimte met dezelfde plattegrond, met centrale radiatoren in stervorm.
Hallen, trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., gangen en kleedkamers gelambriseerd en betegeld met crèmekleurige of witte keramiek, vaak met zwarte boord. Trappen in granito, met buisreling op bollen.
Bronnen
Archieven
ARA, T148, Provinciebestuur van Brabant, Plannen van de Technische Dienst Gebouwen, inv. nr. 6582-6586 (1906).
SAB/NPP Q34.
SAB/OW 58087-58091 (1929-1947), 76185 (1929-1946), 82537 (1965), 82500 (1969), 84249 (1971).
Publicaties en studies
LIBOIS, B. (red.), Les écoles de la Ville de Bruxelles. Un patrimoine architectural, Stad Brussel-Racine, Brussel, 2012, pp. 162-163, 171.
VERHAEGHE, L., 8 x Mutsaard-Laken, Gemeenschapscentrum Heembeek-Mutsaard, Brussel, 2006, pp. 38-42.
Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Crapauds (rue des)”, 1907, 1908.
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Gustave Demanet (rue)”, 1930.
GILLES, P., “Groupe scolaire et école maternelle à Bruxelles. Architecte Marcel Tock”, Bâtir, 74, 1939, pp. 20-21.