Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Arthur VERHELLEarchitect1905

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37656
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met invloeden uit de neo-Vlaamse renaissancestijl, gesigneerd “A. VERHELLE. / ARCHE”, 1905. Dit huis werd bekroond in de gevelwedstrijd die de gemeente Laken dat jaar organiseerde.

OpstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van vier bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verspringende bouwlagen. Bakstenen gevel in oranjetinten versierd met rode en zwarte bakstenen, en met elementen in witsteen en hardsteen. Deur geflankeerd door een smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., onder een gemeenschappelijk impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak..
Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. bekroond door een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder een terras met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de verdiepingen, kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., bekroond door een geveltop, oorspronkelijk voor een hoog tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak. met lantaarn1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten.. Geveltop met toppilastersOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel., gewelfde aandaken en trappen, onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. PinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. vroeger bekroond door een leeuw en een beer (?) met een schild.
Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping versierd met een bas-reliëf van putti die een banderol met het opschrift “SALVE” vasthouden. Op de tweede, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd., vroeger versierd met een bas-reliëf met de hoofden van twee elkaar omhelzende personen. In de bovenste bouwlagen, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met geometrisch decor van veelkleurige bakstenen. Mascaronvormige sleutelsSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Anker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.. Dak oorspronkelijk links opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met een kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder voorstevenvormig dak. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , behalve het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.; roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. en gebombeerdGebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. glas.

Binnen, hal met marmeren mozaïekvloer en lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in wit marmer op een plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. van rood marmer. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met guirlandeGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. . Bordestrap. Op de benedenverdieping, bijgebouw van één bouwlaag van na 1930, waarschijnlijk met hergebruik van decors in neorenaissancestijl van de eerste verdieping: lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en een monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. marmeren schoorsteen bekroond door een gemaroufleerd doek dat een lange jacht voorstelt.


Bronnen

Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).
SAB/OW Laken 1053 (1905).

Tijdschriften
“Maison Boulevard Émile Bockstael, à Laeken”, L’Emulation, 1907, pl. 4.
“Maison située boulevard Bockstael à Laeken”, Vers l’Art, 9, september 1906, nr.49.