










Voormalige magazijnen van de brouwerij Le Chevalier Marin
Frontispiesstraat 55-57
Nicolaystraat 18
Typologie(ën)
opslagplaats/loods
brouwerij
brouwerij
Ontwerper(s)
Édouard PELSENEER – architect – 1923
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreding Noord (Apeb - 2016-2018)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Wetenschappelijk De wetenschappelijke waarde wordt vaak erkend in het geval van landschappen (parken, halfnatuurlijke gebieden). Binnen de context van een onroerend goed kan het gaan om de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek. In het geval van archeologische vindplaatsen en overblijfselen wordt de wetenschappelijke waarde erkend in relatie tot het uitzonderlijke karakter van de resten op het gebied van ouderdom (bijvoorbeeld de Romeinse villa in Jette), de uitzonderlijke bewaringsomstandigheden (bijvoorbeeld de site van het vroegere dorp Oudergem) of de uniciteit van de elementen (bijvoorbeeld een volledig bewaard dakspant) en derhalve op dat vlak een uitzonderlijke en prominente wetenschappelijke bijdrage vormen tot de kennis van ons stedelijk en pre-stedelijk verleden.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 36602
Beschrijving
Geheel van twee gebouwen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met invloed van de Vlaamse
renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz., n.o.v. architect Edouard
Pelseneer, 1923.
Geschiedenis
Het geheel werd ontworpen voor rekening van de Mechelse brouwerij Le Chevalier Marin en bestaat uit twee entiteiten: een huis uit de jaren 1870 met opnieuw beklede gevel (nr.53 Frontispiesstraat) en een groot U-vormig depot rond een beglaasde binnenplaats (nr.57 Frontispiesstraat – 18 Nicolaystraat). Rond 1950 werd het complex overgenomen door Brouwerij J. Vanderkelen. In 1956 veranderde het complex van eigenaar en werden de gevel en de binnenkant verbouwd. In 1986 werden de verwaarloosde gebouwen gerenoveerd door de Stad Brussel, die er de centrale werkplaats van de Dienst Stedenbouw van de Stad Brussel vestigde.
Beschrijving
Bakstenen gevels versierd met witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Hoge banden waarop oorspronkelijk geschilderde opschriften stonden: “Dépôt de la Brasserie Le Chevalier Marin”, “Anciennement L. Van Diepenbeeck”, “Le Chevalier Marin Direction”. HoekkettingenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. versieren het depot.
Op nr.55, gevel van drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Eerste verdieping belijnd door een kordonlijstUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. die boven het centrale vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. een mijterboogBoog gevormd door twee schuin tegen elkaar geplaatste schenkels. vormt. Onderschild met drie dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., de centrale gemetseld en onder geveltop. Oorspronkelijke metalen beglaasde deur. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.
Interieur, oorspronkelijk kantoren op de benedenverdieping en directeurswoning op de verdiepingen.
Op nr.57 Frontispiesstraat – 18 Nicolaystraat, U-vormig depot bestaande uit vier volumes: aan de Nicolaystraat, een langwerpig volume van twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., geflankeerd door twee rechtstandige volumes van drie bouwlagen met een of meer geveltoppen en onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.; tussen het rechtervolume en de voormalige woning, aan de Frontispiesstraat, toegangsvolume van drie bouwlagen met geveltop en asymmetrisch zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Aan de Nicolaystraat, benedenverdieping van elk volume oorspronkelijk opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met een toegang, die van het langwerpige volume als inrijpoort, die van de rechtstandige volumes tussen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; al deze muuropeningen werden vervangen door zeven brede inrijpoorten, die op hun beurt in 1986 werden gewijzigd. Op de verdieping, kleine vierkante bovenvensters, per twee of drie gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd.. Twee dito gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de geveltoppen, bekroond door een bas-reliëf met de voorstelling van een “zeemeerman”. Geveltoppen met pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje..
Aan de Frontispiesstraat, zijgevel van het hoekvolume met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de linker opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met een muuropening die vroeger werd bekroond door een balk met katrol. Rechtertravee met drie vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.: twee getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. lichtspleten op de eerste, drie getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. steekboogvenstersBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. op de tweede die een toegang naar de paardenstallen verlichten, en drie kleine rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de laatste. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. van het toegangsvolume met twee asymmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de smalste voorzien van een deur naar de verdiepingen, onder lichtspleten, de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met inrijpoort onder een bekroning met hetzelfde bas-reliëf als aan de Nicolaystraat. GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de bovenste bouwlagen. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. voorzien van een anker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. met het monogram “CM”. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. bewaard in de Nicolaystraat. Toegangsdeur Frontispiesstraat bewaard, inrijpoort vervangen.
Binnenplaats overdekt door een metalen gebinte dat drie evenwijdige beglaasde zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. vormt die aan de zuidkant op topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. rusten.
Interieur, oorspronkelijk, aftapzaal op de benedenverdieping van het linkervolume, met daarlangs een laadkade geopend op de binnenplaats (verwijderd), bierkelders in het rechtervolume en in de kelderverdieping. Op de eerste verdieping, stallen voor de trekpaarden, toegankelijk via een helling aan de achterzijde van het rechtervolume. Flessenzolders aan de achterzijde van het linkervolume en op de tweede verdieping, bediend door een uit het dak stekende goederenliftEen lift die voornamelijk bestemd is voor het vervoer van goederen/voorwerpen. . ZolderRuimte onder het dak. voor veevoeder op de tweede verdieping van het rechtervolume. Conciërgewoning op de verdiepingen van het toegangsvolume.
Geschiedenis
Het geheel werd ontworpen voor rekening van de Mechelse brouwerij Le Chevalier Marin en bestaat uit twee entiteiten: een huis uit de jaren 1870 met opnieuw beklede gevel (nr.53 Frontispiesstraat) en een groot U-vormig depot rond een beglaasde binnenplaats (nr.57 Frontispiesstraat – 18 Nicolaystraat). Rond 1950 werd het complex overgenomen door Brouwerij J. Vanderkelen. In 1956 veranderde het complex van eigenaar en werden de gevel en de binnenkant verbouwd. In 1986 werden de verwaarloosde gebouwen gerenoveerd door de Stad Brussel, die er de centrale werkplaats van de Dienst Stedenbouw van de Stad Brussel vestigde.
Beschrijving
Bakstenen gevels versierd met witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Hoge banden waarop oorspronkelijk geschilderde opschriften stonden: “Dépôt de la Brasserie Le Chevalier Marin”, “Anciennement L. Van Diepenbeeck”, “Le Chevalier Marin Direction”. HoekkettingenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. versieren het depot.
Op nr.55, gevel van drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Eerste verdieping belijnd door een kordonlijstUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. die boven het centrale vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. een mijterboogBoog gevormd door twee schuin tegen elkaar geplaatste schenkels. vormt. Onderschild met drie dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., de centrale gemetseld en onder geveltop. Oorspronkelijke metalen beglaasde deur. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.
Interieur, oorspronkelijk kantoren op de benedenverdieping en directeurswoning op de verdiepingen.
Op nr.57 Frontispiesstraat – 18 Nicolaystraat, U-vormig depot bestaande uit vier volumes: aan de Nicolaystraat, een langwerpig volume van twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., geflankeerd door twee rechtstandige volumes van drie bouwlagen met een of meer geveltoppen en onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.; tussen het rechtervolume en de voormalige woning, aan de Frontispiesstraat, toegangsvolume van drie bouwlagen met geveltop en asymmetrisch zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Aan de Nicolaystraat, benedenverdieping van elk volume oorspronkelijk opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met een toegang, die van het langwerpige volume als inrijpoort, die van de rechtstandige volumes tussen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; al deze muuropeningen werden vervangen door zeven brede inrijpoorten, die op hun beurt in 1986 werden gewijzigd. Op de verdieping, kleine vierkante bovenvensters, per twee of drie gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd.. Twee dito gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de geveltoppen, bekroond door een bas-reliëf met de voorstelling van een “zeemeerman”. Geveltoppen met pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje..
Aan de Frontispiesstraat, zijgevel van het hoekvolume met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de linker opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met een muuropening die vroeger werd bekroond door een balk met katrol. Rechtertravee met drie vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.: twee getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. lichtspleten op de eerste, drie getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. steekboogvenstersBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. op de tweede die een toegang naar de paardenstallen verlichten, en drie kleine rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de laatste. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. van het toegangsvolume met twee asymmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de smalste voorzien van een deur naar de verdiepingen, onder lichtspleten, de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met inrijpoort onder een bekroning met hetzelfde bas-reliëf als aan de Nicolaystraat. GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de bovenste bouwlagen. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. voorzien van een anker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. met het monogram “CM”. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. bewaard in de Nicolaystraat. Toegangsdeur Frontispiesstraat bewaard, inrijpoort vervangen.
Binnenplaats overdekt door een metalen gebinte dat drie evenwijdige beglaasde zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. vormt die aan de zuidkant op topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. rusten.
Interieur, oorspronkelijk, aftapzaal op de benedenverdieping van het linkervolume, met daarlangs een laadkade geopend op de binnenplaats (verwijderd), bierkelders in het rechtervolume en in de kelderverdieping. Op de eerste verdieping, stallen voor de trekpaarden, toegankelijk via een helling aan de achterzijde van het rechtervolume. Flessenzolders aan de achterzijde van het linkervolume en op de tweede verdieping, bediend door een uit het dak stekende goederenliftEen lift die voornamelijk bestemd is voor het vervoer van goederen/voorwerpen. . ZolderRuimte onder het dak. voor veevoeder op de tweede verdieping van het rechtervolume. Conciërgewoning op de verdiepingen van het toegangsvolume.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 59254 (1923), 29384 (1924), 34091 (1927), 64310 (1956), 87683 (1980), 93736 (1986), 91804 (1988).
Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Frontispice (rue du)”, 1949, 1950, 1956.
Kaarten / plannen
POPP, P. C., Plan parcellaire de la commune de Molenbeek-Saint-Jean avec les mutations, 1866.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1881.