Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Louis TENAERTSarchitect1925

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 36025
lees meer

Beschrijving

Halfopen huis en bijgebouw in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met invloed van de cottagestijl en de art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., gebouwd ca. 1925, wellicht naar de plannen van architect Louis Tenaerts, die links een traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in dezelfde stijl toevoegde in 1929. De opdrachtgever was L. Everaerts, exploitant van steengroeven en leverancier van bouwmaterialen.

Gebouw van twee bouwlagen, de tweede behandeld als mansarde. Bakstenen gevels met elementen in zandsteen en hardsteen. Sokkel met rusticaIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)..
Straatgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verlengd door een omheiningsmuur. Muuropeningen tussen neggenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. in zandsteen. Op de benedenverdieping, centrale deur links geflankeerd door twee kleine getraliede en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Aan weerszijden daarvan, breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder mijterboogBoog gevormd door twee schuin tegen elkaar geplaatste schenkels., met geprofileerde omlijsting. Op de verdieping, drie dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., de eerste als erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. versierd met houten vakwerk, de volgende gemetseld en mijterboogvormig.
Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , met glas-in-loodramen: deur met drie ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en uitspringend bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. op een trapezoïdale basis; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping met opengaande vleugels op een trapezoïdale basis; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de verdiepingen met voorzetraam.
Omheiningsmuur in dezelfde materialen, met een ingang tussen hardstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…); poort met twee opengaande vleugels met traliewerk met golfmotieven, een vis en drie sterren.
Schoorsteenkoker op de zijgevel; op de benedenverdieping, aangebouwd bijgebouw van één bouwlaag onder plat dak.
Op de achtergevel, traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. achter een trapezoïdale uitbouw bekroond door een terras.

Bijgebouw in baksteen van anderhalve bouwlaag onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Op de hoofdgevel, twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. links en een voorbouw met garagepoort rechts. Klein klimmend dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. in het midden.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 40018 (1929).


Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie
, “Laneau (rue)”, 1926.

Websites
Brussel, stad van architecten - Louis Tenaerts