Typologie(ën)
opbrengsthuis
Ontwerper(s)
A. VAN BEVER – architect – 1927
Stijlen
Art deco
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 37699
Beschrijving
Opbrengsthuis in
art-decostijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect A. Van
Bever, 1927.
Gevel in oranjekleurige baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., witsteen en hardsteen. Traveeën in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met monelenStenen vensterstijl.. Trapezoïdale erker op fijn bewerkte druiper, bekroond door een terras met een smeedijzeren borstwering met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Kroonlijst op per drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. De hogere toegangstravee, met uitspringende muurdammen, mondt uit in een veelhoekige en geprofileerde stenen geveltop met sleutels. Gebeeldhouwd floraal decor, onder meer op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Schrijnwerk vervangen.
Gevel in oranjekleurige baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., witsteen en hardsteen. Traveeën in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met monelenStenen vensterstijl.. Trapezoïdale erker op fijn bewerkte druiper, bekroond door een terras met een smeedijzeren borstwering met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Kroonlijst op per drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. De hogere toegangstravee, met uitspringende muurdammen, mondt uit in een veelhoekige en geprofileerde stenen geveltop met sleutels. Gebeeldhouwd floraal decor, onder meer op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Schrijnwerk vervangen.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 52056 (1927).