Typologie(ën)

opbrengsthuis
appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Marcel WINCKELarchitect1960

Stijlen

naoorlogs modernisme

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
  • Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35985
lees meer

Beschrijving

Modernistisch opbrengstpand, naar ontwerp van architect Marcel Winckel, 1960.

Gebouw van drie bouwlagen onder plat dak en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel met omlijsting van beschilderd gepolijst beton (thans in het grijs), onder een zwevende kroonlijst. Zichtbare gevelbalken, volgens oorspronkelijk plan in gebouchardeerd beton (thans bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en geel geschilderd). Onderbouw in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van zandsteen. Muurdammen bekleed met platen uitgewassen silex. Muuropeningen oorspronkelijk met houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met geometrisch motief, rond platen Glasal op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en in de bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Op de eerste verdieping, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. rechts, met metalen traliewerk. Kleine terugwijkende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. achter een betonnen trap zonder optreden, met twee keepbomen en een metalen leuning met horizontale spijlen. Half-ondergrondse garage-ingang. Oorspronkelijke houten beglaasde deur.

Eén duplexwoning in de eerste twee bouwlagen, verbonden door een wenteltrap achter het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.; tweede appartement in de laatste bouwlaag.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 72597 (1960).