Typologie(ën)

Elektrisch onderstation
fabriek

Ontwerper(s)

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35729
lees meer

Beschrijving

Complex in eclectische stijl ontworpen in 1908 i.o.v. de Nationale Maatschappij der Belgische Buurtspoorwegen en vergroot in 1912 en 1923.

Geschiedenis
In 1894 liet de Nationale Maatschappij der Belgische Buurtspoorwegen diverse gebouwen optrekken op een terrein gelegen tussen de Fransmanstraat (toekomstige Alfred Stevensstraat), de de Vrièrestraat (de toekomstige Charles Ramaekersstraat) en de Vossenstraat (de toekomstige Emile Bockstaellaan): een remise voor rijtuigen en locomotieven aan de eerste straat, een schilderatelier aan de tweede straat, en een kolenmagazijn, kantoor en woning aan de laatste. De twee tegen elkaar aangebouwde remises stonden loodrecht en inspringend op de toekomstige Alfred Stevensstraat. In 1908 werden ze vervangen door de Usine d’Elecricité des Tramways Vicinaux, die vanaf 1910 als dusdanig is opgenomen in de Almanachs du Commerce et de l’Industrie. Het gaat om een gebouw aan de straat, wellicht gebruikt als woonhuis, werkplaats en magazijn, en een lang achtergebouw met een metalen gebinte. Het gebouw van dit elektrisch onderstation, dat de tramlijnen van stroom voorzag, werd in 1912 naar achteren verlengd. In 1923 werd er aan de zuidkant een minder breed volume tegenaan gebouwd, met twee bouwlagen onder plat dak. De centrale werd buiten dienst gesteld na de afschaffing van de tramlijnen in juli 1978. In 1997 werden de gebouwen verworven door de firma Steylemans, die ook eigenaar was van een huis, op nr. 51, dat in 1908 inspringend op de straat werd gebouwd.

Beschrijving
Aan straatzijde, gebouw van twee bouwlagen onder een drieledig dak bekroond door een nokterras. Bakstenen gevels met hardstenen elementen. Aan straatzijde, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balk en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., die op de verdiepingen onder een timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met rode en gele bakstenen in dambordpatroon. Op de zijgevel, enkel een deur en een traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vensters. Kroonlijst bewaard. Raamwerk vervangen.

Achteraan, twee langwerpige, aansluitende gebouwen. Gebouw aan de noordkant in baksteen, met zadeldak en Polonceauspant. Op de westelijke puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., registerVensterstrook in een topgevel. van drie rondboogvensters met metalen verdelingen. Op het gebouw aan de zuidkant, gevel met drie analoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., het laatste blindZonder opening; blind venster, schijnopening.. Op de zuidgevel, smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Interieur opgedeeld door een betonnen mezzanine met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).

Bronnen

Archieven
SAB/OW 49: Laken 4688 (1894), Laken 6037 (1908), Laken 5121 (1912), 53873 (1923); 51: Laken 4510 (1908).


Publicaties en studies
Almanach du Commerce et de l’Industrie
, “Fransman (rue)”, 1910.
VAN KRIEKINGE, D., “Laken vroeger en nu. De Alfred Stevensstraat (voorheen Fransmanstraat)”, Laca Tijdingen, jaargang 14, 4, 2003, pp. 19-20.