Typologie(ën)
Ontwerper(s)
René AERTS – architect – 1964-1966
Paul RAMON – architect – 1964-1966
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Rusthuis in modernistische stijl, ontworpen in
opdracht van de Commissie van Openbare Onderstand door de architecten René
Aerts en Paul Ramon (Groupe Forum), 1964-1966.
Oorspronkelijk werd het rusthuis door de Commissie van Openbare Onderstand en een
religieuze gemeenschap geleid, de Zusters van Liefde.
Opmerkelijk gebouw gelegen in het midden van een park, ontworpen als een
totaalkunstwerk waarin elk element ten dienste staat van een eenvoudige
architectuur en een unieke plaats krijgt in het geheel: functioneel,
constructief en esthetisch. Alles ademt een grote lichtheid uit en is getuige
van een tijdperk waarin een eenvoudig bouwsysteem rechtstreeks en doeltreffend
ten dienste werd gesteld van een sterk architecturaal idee.
Gebouw van vijf bouwlagen met een bijzonder originele Y-vormige plattegrond,
noord-zuid georiënteerd, gemaakt op basis van een betonnen geraamte (zichtbare
palen en zorgvuldig gladgestreken raapwerk). Beglaasde gordijngevelsNiet dragende gevel, meestal bestaande uit een opeenstapeling van vensterregisters. geritmeerd
door lange gebogen galerijen in gepolijst beton en een fijne metaalstructuur gevormd
door verticale profielen waaraan de doorlopende borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. zijn bevestigd. De
noordgevels zijn bekleed met oranjekleurig keramiekwerk, een materiaal dat door
zijn kleur en textuur de fijne horizontale belijning harmonieus doorbreekt.
De grote lichtheid van de verdiepingen contrasteert met de soms massievere onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.,
die het gebouw schraagt zonder het te verzwaren of aan het bouwsysteem afbreuk
te doen. Ter hoogte van de hoofdingang, decoratieve panelen in gres, met
onregelmatige uithollingen die het licht vangen.
Het zwaluwstaartmotief van de plattegrond (waarbij elke vleugel in een stompe
hoek uitmondt) wordt subtiel en repetitief hernomen in een reeks details binnen
en buiten: de zandlopervormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de zijgevels, de zandlopers op de
deurklinken in de hoofdingang, de machinekamer van de lift.
Interieur. De benedenverdieping is in
drie zones opgedeeld: de woonruimten, de ontvangstruime aan de hoofdingang
(grijsblauw marmer) met de centrale houten trap, de lift en het restaurant; de
keuken met bijgebouwen (keukenlift); en het administratieve gedeelte met het
kantoor van de directeur, dat ook via een privé-ingang te bereiken is.
Op de verdiepingen liggen de individuele kamers aan weerszijden van een
centrale gang. Elke kamer is voorzien van een houten kast die ze van de gang afscheidt
en waarin zich de deur, de opbergruimten en een wastafel bevinden. Gemeenschappelijke
salon (zuidkant).
In de noordwestelijke vleugel op de eerste verdieping, ruimte
bestaande uit de kamers die vroeger door de religieuze gemeenschap werden ingenomen;
erboven, overeenstemmend met dezelfde ruimte, een kleine kapel onder plafond in
celbeton, verlicht door een reeks smalle beglaasde muuropeningen ingewerkt in
een omlijsting die het zwaluwstaartmotief overneemt. Vergaderzaal op de derde
verdieping. Op de vierde verdieping,appartementen voorbehouden voor koppels en een infirmerie in de twee kleine vleugels van de Y.
Bronnen
Publicaties en studies
BERNARD, P., BERCKMANS, C., Het ludieke modernisme in
België, Brussel, 2009, pp. 213-215.
Tijdschriften
NOVGORODSKY, N., “Home de repos ‘Val des Fleurs’ in Sint-Agatha-Berchem. Architectes: R.Aerts et P. Ramon”, La Technique des travaux, 5-6, 1969, pp. 106-114.
Websites
http://docomomo.be/building/residence-val-des-fleurs/