Typologie(ën)

burgerwoning
herenhuis

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 35023
lees meer

Beschrijving

Geheel bestaande uit een burgerhuis en een herenhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met invloed van de renaissancestijl, 1896.

Gevels in witsteen versierd met hardsteen. Borstweringen en balkons met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Oorspronkelijke kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Op nr. 73, opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van drie bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Deur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met balustervormige moneelStenen vensterstijl. en omlijsting met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster., pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. onderbroken door een bol. Balkon met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en bolvormig topstuk, op hoge dragers met druiper, een consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in de vorm van een gevleugelde waterspuwerUitstekende buis of gooteinde voor de afvoer van hemelwater, vaak in de vorm van een dierlijk of diabolisch monster., een gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. colonnette en pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., en diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Glasdeuren onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., op de eerste verdieping bekroond door de balustradeHekwerk van spijlen of balusters. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. van de glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. op de tweede verdieping. Kroonlijst op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die door een boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. worden verbonden.
Achteraan, gebouw gebruikt als koetshuis en stalling, onder dubbel zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. In 1926 diende het als verpakkingszaal (emballoir) op de benedenverdieping en magazijn op de verdieping. Op een driehoekig terrein achteraan werd een volume aangebouwd met bureaus, magazijnen en een garage (n.o.v. architect Jos. André).

Op nr. 75, opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van twee bouwlagen, onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., en vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Belijnd door een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met trigliefenVersiering, ontleend aan de Dorische fries, bestaande uit een vooruitspringend, rechthoekig vlak met twee gleuven in het midden en een halve aan elke zijkant; soms kan het aantal gleuven sterk afwijken. en schaalvormige sieraden, hardstenen benedenverdieping met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., bekroond door de vier imposante consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van het doorlopend  balkon van de eerste verdieping, met volute en leeuwenkop. Balkon met centrale uitsprong en postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met bolvormig topstuk. Vensters op de verdieping onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en een doorlopende  kordonlijstUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. waarop frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. rusten. Hoofdgestel versierd met een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met trigliefenVersiering, ontleend aan de Dorische fries, bestaande uit een vooruitspringend, rechthoekig vlak met twee gleuven in het midden en een halve aan elke zijkant; soms kan het aantal gleuven sterk afwijken. en spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met knoppenEen knop naast elke bordesdeur waarmee de lift kan worden opgeroepen.. Vier houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Raamwerk met getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op..

Interieur.
Inrijpoort die toegang geeft tot de inkomhal via een trapezoïdale muuropening tussen zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en inspringend raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.. Trap met trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap. in de vorm van een bewerkte zuilCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd.. Enfilade van drie vertrekken: salon met een schoorsteen in wit marmer en een plafond met sierlijsten in Lodewijk XVI-stijl, eetkamer met een schoorsteen en een plafond met zichtbare balken in neo-Vlaamse renaissancestijl, en een verandaGrotendeels met glas dichtgezette houten of metalen uitbouw van een huis; leefruimte met voornamelijk palmen en exotische planten. met zenitale verlichting, achter een vrije muuropening met twee Toscaanse zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd..

Bronnen

Archieven
GAA/DS
 6939 (30.12.1896), 19020 (1926).