Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1876

Jean MAELSCHALCKarchitect1909

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 35017
lees meer

Beschrijving

Opbrengstpand in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, ontworpen in 1876 en verbouwd in 1909 door architect Jean Maelschalck.

Opstand van vier bouwlagen en drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping oorspronkelijk met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en inrijpoort gevolgd door twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de eerste twee verdiepingen. In 1909 werden de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de benedenverdieping vervangen door een pui, het geheel onder metalen ligger, en werd het balkon van de eerste verdieping vervangen door een houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op metalen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Dak wellicht op latere datum tot mansarde verbouwd.
Oorspronkelijke inrijpoort, met ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. onder geprofileerde rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. met tandlijst. Pui met zijdeur en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd.. Vensters op de verdiepingen met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Erker met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en drieledig dak; oorspronkelijk raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd.. Borstweringen van de zijvensters met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op lange consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Onderschild opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met een houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Binnen, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. van het achtervertrek verplaatst naar de inrijpoort in 1909.

Bronnen

Archieven
GAA/DS
 1225 (18.05.1876), 12391 (30.11.1909).