Typologie(ën)
woning
werkplaats (ambachtelijk)
werkplaats (ambachtelijk)
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1869
Charles CRICKX – architect
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 34970
Beschrijving
Huis in eclectische stijl met classicistische
inslag, 1869.
Symmetrische opstand van drie bouwlagen en drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (niet volgens oorspronkelijk plan). Bepleisterde gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de verdiepingen. Op de benedenverdieping, twee steekboogarcades, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van een kantoor links (toegangsdeur volgens oorspronkelijk plan), inrijpoort rechts; zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. versierd met een paneel met piastermotieven. Op de eerste verdieping, breed balkon op drie consoles die aan de zijkant dienen als sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. voor de arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., terwijl de centrale uitmondt in een pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met trigliefVersiering, ontleend aan de Dorische fries, bestaande uit een vooruitspringend, rechthoekig vlak met twee gleuven in het midden en een halve aan elke zijkant; soms kan het aantal gleuven sterk afwijken.. Stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met leeuwenkop, handgreep bekroond door motieven van symmetrische volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en opengewerkt loofwerkdecor dat gebout traliewerk evoceert. Achter het balkon, glasdeur met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., onder een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met boogvormig fronton met symmetrische volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Sierdeksel met mannelijke mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker. links (identiek aan die op nr. 66), leeuwenkop in het midden. Houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., geflankeerd door oeils-de-boeuf. Kroonlijst en raamwerk bewaard.
Achteraan, atelier verbouwd tot dokterspraktijk in 1939 (n.o.v. architect Charles Crickx).
Symmetrische opstand van drie bouwlagen en drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (niet volgens oorspronkelijk plan). Bepleisterde gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de verdiepingen. Op de benedenverdieping, twee steekboogarcades, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van een kantoor links (toegangsdeur volgens oorspronkelijk plan), inrijpoort rechts; zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. versierd met een paneel met piastermotieven. Op de eerste verdieping, breed balkon op drie consoles die aan de zijkant dienen als sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. voor de arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., terwijl de centrale uitmondt in een pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met trigliefVersiering, ontleend aan de Dorische fries, bestaande uit een vooruitspringend, rechthoekig vlak met twee gleuven in het midden en een halve aan elke zijkant; soms kan het aantal gleuven sterk afwijken.. Stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met leeuwenkop, handgreep bekroond door motieven van symmetrische volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en opengewerkt loofwerkdecor dat gebout traliewerk evoceert. Achter het balkon, glasdeur met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., onder een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met boogvormig fronton met symmetrische volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Sierdeksel met mannelijke mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker. links (identiek aan die op nr. 66), leeuwenkop in het midden. Houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., geflankeerd door oeils-de-boeuf. Kroonlijst en raamwerk bewaard.
Achteraan, atelier verbouwd tot dokterspraktijk in 1939 (n.o.v. architect Charles Crickx).
Bronnen
Archieven
GAA/DS 157 (22.10.1869), 30918 (01.09.1939).