Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
hotel
gelijkvloers met handelszaak
hotel
Ontwerper(s)
Richard INGHELBRECHT – architect – 1913
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 34874
Beschrijving
Opbrengstpand in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. en met
commerciële benedenverdieping, n.o.v. architect Richard Inghelbrecht, 1913. Het
met nr. 20 verbonden gebouw werd omstreeks 2010 tot hotel verbouwd.
Gelegen op een vijfhoekig perceel, op een verbreding van de square, gebouw met gebogen opstand van vijf bouwlagen, de tweede als tussenverdieping. Twee smalle traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) links, de eerste, met de toegang, verspringend. Twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts. Bakstenen gevel versierd met witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Toegangstravee in steen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Deur met gewelfde tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en een sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. versierd met een schelp en guirlande. Ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. boven de deur, met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en archivolt. Vensters met borstweringspaneel met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., het laatste vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneel en twee bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Rechts, drie muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. (aan het zicht onttrokken): de eerste bevatte vroeger de etalage en de deur van een kleine winkel, de volgende de etalage en de deur van een tweede handelszaak. Het geheel werd oorspronkelijk bekroond door een doorlopend balkon op lange consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., thans vervangen door gewone borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de verdiepingen, tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met balkons op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op de derde verdieping, vensters met pilastervormige stijlen en/of een borstweringspaneel met een bas-reliëf met plantenmotieven. Muuropeningen met twee monelenStenen vensterstijl. op de laatste verdieping; op de eerste twee verdiepingen, trapezoïdale houten gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Borstweringen vervangen. Boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., gewelfd boven de eerste en de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Schrijnwerk vervangen, behalve het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..
Gelegen op een vijfhoekig perceel, op een verbreding van de square, gebouw met gebogen opstand van vijf bouwlagen, de tweede als tussenverdieping. Twee smalle traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) links, de eerste, met de toegang, verspringend. Twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts. Bakstenen gevel versierd met witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Toegangstravee in steen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Deur met gewelfde tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en een sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. versierd met een schelp en guirlande. Ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. boven de deur, met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en archivolt. Vensters met borstweringspaneel met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., het laatste vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneel en twee bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Rechts, drie muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. (aan het zicht onttrokken): de eerste bevatte vroeger de etalage en de deur van een kleine winkel, de volgende de etalage en de deur van een tweede handelszaak. Het geheel werd oorspronkelijk bekroond door een doorlopend balkon op lange consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., thans vervangen door gewone borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de verdiepingen, tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met balkons op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op de derde verdieping, vensters met pilastervormige stijlen en/of een borstweringspaneel met een bas-reliëf met plantenmotieven. Muuropeningen met twee monelenStenen vensterstijl. op de laatste verdieping; op de eerste twee verdiepingen, trapezoïdale houten gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Borstweringen vervangen. Boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., gewelfd boven de eerste en de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Schrijnwerk vervangen, behalve het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..
Bronnen
Archieven
GAA/DS 13723 (21.02.1913).