Typologie(ën)

kantoorgebouw
appartementsgebouw

Ontwerper(s)

F. GORLIER1925-1926

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 34857
lees meer

Beschrijving

Kantoor- en appartementsgebouw in Beaux-Artsstijl, ontworpen voor de Caisse Générale de Reports et de Dépôts door architect F. Gorlier, 1925. Gesigneerd op de sokkel “F.GORLIER / ARCHITECTE / 1926”.

Diep rechthoekig gebouw van zes bouwlagen, de laatste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. , onder mansarde en plat dak. Centrale rechthoekige binnenplaats met een lichtkoepel die de begane grond overdekt; erboven, glazen schilddak, niet volgens oorspronkelijk plan, verwijderd vóór 1953.
Symmetrische voorgevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de drie centrale in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Gevel in witsteen versierd met rode bakstenen op de verdiepingen. Benedenverdieping met schijnvoegen en met rondboogopeningen, waaronder de deuren op de uiterste traveeën. Beglaasde deuren en traliewerk van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… met voluten. Op de verdiepingen, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl. onder hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug.. Borstweringen afgeboord door platte balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op de eerste verdieping, paneel met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. met tandfries op de tweede, en rechthoekige spiegel op de volgende. Middentraveeën geflankeerd door kolossale bakstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met hoekblokken, bekroond door ovale cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. versierd met guirlandes en bladertrossen. Attiekverdieping met balustrade en glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Uiterst links wordt, terras dat aan de zijkanten wordt afgesloten door smeedijzeren traliewerk met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Achtergevel, met doorlopend balkon op elke verdieping, op latere datum verbouwd.

Interieur. Oorspronkelijk, kluizenzaal met gepantserde wanden in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.. Op de benedenverdieping, hal voor het publiek links, kantoor van de bedienden rechts; de deur rechts leidt naar het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en, achteraan, naar de portiersloge. Sommige verdiepingen worden volledig door appartementen ingenomen: een vooraan, een tweede achteraan, met vertrekken aan weerszijden van een centrale gang evenwijdig aan de straat. Op andere verdiepingen, appartement vooraan en grote kantoorruimte achteraan.

Bronnen

Archieven
GAA/DS
 18632 (04.12.1925).