Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

J. GUSTENHOVENarchitect1925-1935

E. JANSSEN1925-1935

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33593
lees meer

Beschrijving

Huurhuis in art decostijl van ca. 1930, op begane grond gesigneerd “E. Janssen / J. Gustenhoven / architectes”; zes bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...)

Baksteenbouw verlevendigd met cementbepleistering. Gevelhoge opstapeling van trapezoïdale bow-windowsErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., tussen kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pseudopilasters met meerledig profiel, onder sterk overkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met tandlijst. Begane grond onder puilijst in overstek: verlaagde benedendorpels, in de centrale garagepoort ter vervanging van het vroegere drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., daterend van 1947; privé- en garagepoort in de uiterste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met typisch bloemmotief in de sluitstenenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 57950 (1947).