Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Stijlen
Traditionele architectuur
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33454
Beschrijving
Oorspronkelijk twee
opbrengsthuizen in neoclassicistische stijl, 1836.
Gedeeltelijke bepleisterde gevel van drie bouwlagen en in totaal vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) – drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts heden ontpleisterd. Resulterend van aanpassing van twee opbrengsthuizen met respectievelijk oudere trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. (drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) links), naast neoclassicistische lijstgevel (twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts), laatst genoemde met nog heden bewaarde lelie-ankers wijzend op vermoedelijke 17e eeuwse kern.
Sobere ordonnantie met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., voorzien van lekdrempels en ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Doorlopende houten puien met pilasterindeling, onder rolluikkast op gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.: nr. 8 n.o.v. architect W. Grimmen, 1913, heden gedeeltelijk aangepast; nr. 10 mogelijk daterend uit dezelfde periode (?).
Gedeeltelijke bepleisterde gevel van drie bouwlagen en in totaal vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) – drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts heden ontpleisterd. Resulterend van aanpassing van twee opbrengsthuizen met respectievelijk oudere trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. (drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) links), naast neoclassicistische lijstgevel (twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts), laatst genoemde met nog heden bewaarde lelie-ankers wijzend op vermoedelijke 17e eeuwse kern.
Sobere ordonnantie met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., voorzien van lekdrempels en ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Doorlopende houten puien met pilasterindeling, onder rolluikkast op gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.: nr. 8 n.o.v. architect W. Grimmen, 1913, heden gedeeltelijk aangepast; nr. 10 mogelijk daterend uit dezelfde periode (?).
Bronnen
Archieven
SAB/OW 10266 (1836, 1913).