Typologie(ën)
winkelgalerij
Ontwerper(s)
E. LE GRAIVE – 1871-1872
H. STASSEYNS – 1871-1872
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33250
Beschrijving
Winkelgalerij
tussen Nieuwstraat, Martelaarsplein en Zilverstraat, in de volksmond lange tijd
ook zogenaamd «Galerie Hirsch» naar het warenhuis van die naam dat de toegang
in de Nieuwstraat flankeerde. Opgetrokken naar ontwerp van architecten E. Le
Graive en H. Stasseyns en architect-aannemer J. Brusselaars-Gorren van
1871-1872, op het eigendom van de promotoren graaf de Grunne en de familie
Robijns; als openbare weg gedecreteerd bij K.B. van 9/10/1871. Eerste
winkelgalerij geopend na aanleg van de centrale lanen, voorafgaand aan de
Noorddoorgang (1881-1882, architect H. Rieck) die in het verlengde van de westelijke
arm van de Handelsgalerij de Nieuwstraat verbindt met het De Brouckèreplein.
In oorsprong plusminus kruisvormig tracé, gearticuleerd door twee octogonale rotondes ; westelijke arm vanaf de Nieuwstraat; noordzuidelijke arm vanaf het Martelaarsplein, bestemd om doorgetrokken te worden tot de Wolvengracht; oostelijke arm vanaf de Zilverstraat. Het sluitstuk van de noordzuidelijke arm, vanaf de kruising met de oostelijke arm, werd slechts ten dele gerealiseerd ca. 1879. Het grootste deel van de oostelijke arm, oorspronkelijk met pseudovitrines en boekenrekken van een boekenverkoper werd aangepast naar ontwerp van architect A. Luycks van 1891, bij de incorporatie van het aan de toegang palende pand Zilverstraat nr. 26.
Oorspronkelijk bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde galerijwanden in eclectische stijl met neoclassicistische inslag, met drieledige opstand gemarkeerd door entablementen. Aaneenschakeling van winkelpuien met zij-ingang aan weerszijden van privé-ingangen, volgens spiegelbeeldschema, op begane grond; entresol met schijnvoegen; hoofdverdieping met afwisselend rechthoekige, rondboog- vensters en -nissen, laatst genoemde onder meer boven de privé-ingangen. Rijk decor door beeldhouwer A. Van den Kerckhove uit 1887, met name reliëfs op de entresol, kariatiden op de penanten en vrouwenfiguren in de nissen van de hoofdverdieping, allegorieën van ‘Handel en Kunst’, aangevuld met guirlandes rond de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Gebogen glaskap met dakruiter en tweeledige koepelsBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. boven de rotondes. Erboven nog een vierde bouwlaag.
Eerste wijziging naar ontwerp van architect F. De Vestel van 1909 : wederopbouw van de gevel aan de Nieuwstraat en aanpassing van de westelijke arm door het warenhuis «Hirsch et Cie». Incorporatie van de zuidelijke arm richting Wolvengracht in het aanpalende warenhuis «Sarma» in 1936-1937. Gedeeltelijke sloop en grondige verbouwing van de overige galerij-armen naar ontwerp van architect Léon Stynen in 1963, bij de bouw van het warenhuis «C & A» : afbraak van de westelijke arm, vervangen door een naar het zuiden verschoven verbindingsgang vanaf de Nieuwstraat; slechts gedeeltelijk behoud van de onderste twee geledingen van de noord- en de oostelijke arm.
Heden L-vormig tracé tussen het Martelaarsplein en de Zilverstraat, met sterk vereenvoudigde en deels gedichte opstand. Resterende houten winkelpuien met gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., privédeuren met paneelversiering en oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met strikken in geriemde omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en doorhangende guirlande, het geheel belijnd door een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met trigliefen en tand- en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Oorspronkelijke toegangen gewijzigd ; vroegere toegangsportiek aan het Martelaarsplein - rondbogig en met beglaasd ijzeren hek - wederopgebouwd en aangepast aan de ordonnantie van het plein.
In oorsprong plusminus kruisvormig tracé, gearticuleerd door twee octogonale rotondes ; westelijke arm vanaf de Nieuwstraat; noordzuidelijke arm vanaf het Martelaarsplein, bestemd om doorgetrokken te worden tot de Wolvengracht; oostelijke arm vanaf de Zilverstraat. Het sluitstuk van de noordzuidelijke arm, vanaf de kruising met de oostelijke arm, werd slechts ten dele gerealiseerd ca. 1879. Het grootste deel van de oostelijke arm, oorspronkelijk met pseudovitrines en boekenrekken van een boekenverkoper werd aangepast naar ontwerp van architect A. Luycks van 1891, bij de incorporatie van het aan de toegang palende pand Zilverstraat nr. 26.
Oorspronkelijk bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde galerijwanden in eclectische stijl met neoclassicistische inslag, met drieledige opstand gemarkeerd door entablementen. Aaneenschakeling van winkelpuien met zij-ingang aan weerszijden van privé-ingangen, volgens spiegelbeeldschema, op begane grond; entresol met schijnvoegen; hoofdverdieping met afwisselend rechthoekige, rondboog- vensters en -nissen, laatst genoemde onder meer boven de privé-ingangen. Rijk decor door beeldhouwer A. Van den Kerckhove uit 1887, met name reliëfs op de entresol, kariatiden op de penanten en vrouwenfiguren in de nissen van de hoofdverdieping, allegorieën van ‘Handel en Kunst’, aangevuld met guirlandes rond de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Gebogen glaskap met dakruiter en tweeledige koepelsBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. boven de rotondes. Erboven nog een vierde bouwlaag.
Eerste wijziging naar ontwerp van architect F. De Vestel van 1909 : wederopbouw van de gevel aan de Nieuwstraat en aanpassing van de westelijke arm door het warenhuis «Hirsch et Cie». Incorporatie van de zuidelijke arm richting Wolvengracht in het aanpalende warenhuis «Sarma» in 1936-1937. Gedeeltelijke sloop en grondige verbouwing van de overige galerij-armen naar ontwerp van architect Léon Stynen in 1963, bij de bouw van het warenhuis «C & A» : afbraak van de westelijke arm, vervangen door een naar het zuiden verschoven verbindingsgang vanaf de Nieuwstraat; slechts gedeeltelijk behoud van de onderste twee geledingen van de noord- en de oostelijke arm.
Heden L-vormig tracé tussen het Martelaarsplein en de Zilverstraat, met sterk vereenvoudigde en deels gedichte opstand. Resterende houten winkelpuien met gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., privédeuren met paneelversiering en oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met strikken in geriemde omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en doorhangende guirlande, het geheel belijnd door een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met trigliefen en tand- en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Oorspronkelijke toegangen gewijzigd ; vroegere toegangsportiek aan het Martelaarsplein - rondbogig en met beglaasd ijzeren hek - wederopgebouwd en aangepast aan de ordonnantie van het plein.
Bronnen
Archieven
SAB/OW6681 en 21796 (1871-1872), 9510 (1891).
Publicaties en studies
C.F.C., Livre blanc n° 3, Bruxelles 1985-1986, p. 234-252.