Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

Fernand SYMONSarchitect1903-1908

Adolphe CRESPINsgraffitoschilder1903-1908

Juridisch statuut

Beschermd sinds 16 maart 1995

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32695
lees meer

Beschrijving

Schoolcomplex in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., naar ontwerp van architect F. Symons van 1903-1905. Opgetrokken ter plaatse van de vroegere Tordoirgang en de Philipperontgang aan de Vlaamsesteenweg, die in 1903 door de Stad Brussel werden aangekocht en vervolgens gesloopt. Bouw aanbesteed in 1906, voltooid en in gebruik genomen in 1908.

De plattegrond beschrijft een voorbouw van twee bouwlagen met gemeenschappelijke inkom en conciërgewoning, vervolgens de directiekantoren en aangrenzende overdekte speelplaats van de Kindertuin; aansluitend een L-vormige klassenvleugel van twee bouwlagen rondom de gescheiden open speelplaatsen, met de oorspronkelijke vier klassen van de Kindertuin in de noordelijke helft, en de vroegere Huishoudschool eertijds ingedeeld in diverse praktijklokalen - met afzonderlijke toegangsgalerij vanuit de overdekte speelplaats - in de zuidelijke helft.

Lijstgevel van bak-, natuur- en hardsteen, met sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. waarin getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. keldermonden; twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Markant twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) breed linker risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., geaccentueerd door een brede polychrome sgraffitofries met voorstelling van putti en vruchtenguirlandes door A. Crespin, omlopend rond de boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). van de bovenvensters ; aansluitend een gegroefde kwartholle kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). tussen uitgelengde bewerkte postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., waarboven twee klimmende dakkapellenDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak.. Voorts regelmatige ordonnantie, met brede rechthoekige inkomdeur en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., omlijst door verticaal oplopende hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. die verdiepte borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vormen; doorgetrokken lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. op kraagstenen en op de bovenverdiepingen lekdrempels met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Gevelplaat met tweetalig opschrift (benaming) boven de inkom. Rondboogvelden met schijvenEen wiel waarvan de velg een of meer kabels draagt om beweging over te brengen. De aan de lieras bevestigde tractieschijf (of grijpschijf) brengt de kracht van de motor over op de tractiekabels van de liftkooi en het tegengewicht. Het afleidwiel wordt gebruikt om de kabels in lijn met de liftschacht en/of het tegengewicht af te buigen. De keerschijven boven de schacht ondersteunen de tractiekabels wanneer de machinerie beneden is geplaatst. en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., en gebeeldhouwde allegorische reliëfs voorstellend het Onderwijs en de morele deugden (kraaiende haan, uil en hen met kuikens) naar tekeningen van Crespin, boven de bovenvensters. Typisch houtwerk van deur en ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met vierlichtindeling.

Eenvoudige opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met registersVensterstrook in een topgevel. van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. voor de klassenvleugel, het zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. geritmeerd door getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. aandaken. Markante overdekte speelplaats, geritmeerd door rondbogenBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. onder gedrukte spitsbooglijst aan de noord- en opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. aan de zuidzijde, met parementGevel- of muurbekleding. van tweekleurige geglazuurde baksteen in het bovenste registerVensterstrook in een topgevel.. Tweeledige ijzeren kapconstructie op een omlopende consolerij, met houten keperbeschot, door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. geritmeerde lantaarn1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten. waarin rondboogvenstertjes met lattenwerk, en beglaasd bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..


Bronnen

Archieven
SAB/OW 5166-5180; A.A., 1906, rep. 6249, 1908, rep. 6899; NPP, P. 14.