Typologie(ën)

herenhuis
postkantoor

Ontwerper(s)

Chrétien GOEVAERTarchitect1844

E. BAUDARTarchitect1902

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32052
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in neoclassicistische stijl naar ontwerp van architect C. Goevaert, 1844.

Drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel op begane grond belijnd door geprofileerde plint, schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en puilijst. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., licht verdiept op benedenverdieping, met geriemde omlijsting op verdiepingen; bijkomende kordonvormende lekdrempel en voorheen balkon met voluutconsoles en balustradeHekwerk van spijlen of balusters. boven de poort op tweede bouwlaag, haast vierkante venstervorm op lage derde bouwlaag. Rondboogpoort met geprofileerd beloop en schamppalen. Vernieuwde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). boven friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en kordon. Bewaard houtwerk van ramen en poort met ijzeren waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer..

Ingericht als postkantoor en uitgebreid met rechter aanpalend dienstgebouw (architect E. Baudart, 1902, uitgevoerd in 1903), ter vervanging van van bijgebouwen uit de tweede helft van de 19e eeuw vanaf de oorspronkelijke tuinmuur. Constructie van één bouwlaag onder Polonceauspanten ; bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel met zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), muuropeningen met I-balkIJzeren latei met I-profiel..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 25608 (1844), 25631 (1903).