Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Hubert DE KOCKarchitect1899

Hubert DE KOCKarchitect1902

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31985
lees meer

Beschrijving

Geheel van drie opbrengsthuizen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl naar ontwerp van architect Hubert De Kock; nr. 155-157 en nr. 159-161, gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. en van 1902, nr. 156-158 van 1899.

Symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vijf bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., op hardstenen pui. Horizontale gevelmarkering door brede balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en/of gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Rechthoekige glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met vlakke omlijsting. klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..

Nr. 155-157 en 159-161, met centraal balkon in hoogste bouwlaag en verbouwde pui.
Nr. 156-158, met tweede bouwlaag als entresol; intacte winkelpui met zijdeur en privé-ingang, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met wortelmotieven(Renaissance)ornament in de vorm van een afhangende, halve kegel of een rechtstaande wortel. in neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven.,
en onder entablement.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 10531 (1902), 10548 (1899).