Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1875
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31713
Beschrijving
Burgerhuis
met neoclassicistische inslag, waarvoor bouwaanvraag van 1875. Oorspronkelijk
drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. panden met het verbouwde nr. 86.
Souterrain, drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Lijstgevel met stucdecor op hardstenen plint, kordongeleding, belijnde begane grond en middenrisaliet, onder klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Veel voorkomend basistype aan deze laan, met slechts variaties in de ornamentele uitwerking, getoogde of rechthoekige openingen, ook onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. tussen œil-de-bœufs, cf. nr. 9, 10, 19, 25, 27, 29, 31 en 78. Geriemde hardstenen omlijstingen, cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. en rozetfriezen op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; gietijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal..
Souterrain, drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Lijstgevel met stucdecor op hardstenen plint, kordongeleding, belijnde begane grond en middenrisaliet, onder klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Veel voorkomend basistype aan deze laan, met slechts variaties in de ornamentele uitwerking, getoogde of rechthoekige openingen, ook onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. tussen œil-de-bœufs, cf. nr. 9, 10, 19, 25, 27, 29, 31 en 78. Geriemde hardstenen omlijstingen, cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. en rozetfriezen op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; gietijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 20753 (1875).
