Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Maurice SURKYN – architect – 1928
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 29104
Beschrijving
Appartementsgebouw in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. n.o.v. architect Maurice Surkyn, 1928. Gebouwd in opdracht van
aannemer J.B. Surkyn naar analogie met nr. 55-57 n.o.v. architect Joseph Diongre
(zie dit nr.).
Symmetrische compositie van vier bouwlagen. Benedenverdieping in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. op hardstenen plint met twee muuropeningen binnen geprofileerde lijst; links portiek waarin deur en veelhoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. voorzien van traliewerk in schuin gevelvlak, rechts garagepoort. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen met grotendeels bepleisterde elementen tussen gegroefde bakstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. bekroond door akroterieën. Op eerste verdieping tweezijdige erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met elkaar verbonden door centraal balkon, elk bekroond door terras. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met canneluresParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. en smeedijzeren leuningen, geassembleerd tot een kunstig geheel. GlasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. binnen geprofileerde omlijsting. Hoogste bouwlaag met twee tweezijdige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en onder houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Plat dak voorzien van een wellicht later toegevoegde ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Benedenverdieping werd meerdere malen verbouwd; oorspronkelijk voorzien van een garage, centrale deur en drieledig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met traliewerk, in 1937 volledig verbouwd met een drieledig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en portiekingang haast identiek als deze in het aanpalend huis op nr. 55-57. In 1971 werd het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. verbouwd tot de huidige garage. Grotendeels bewaard schrijnwerk, bewaard ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Symmetrische compositie van vier bouwlagen. Benedenverdieping in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. op hardstenen plint met twee muuropeningen binnen geprofileerde lijst; links portiek waarin deur en veelhoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. voorzien van traliewerk in schuin gevelvlak, rechts garagepoort. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen met grotendeels bepleisterde elementen tussen gegroefde bakstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. bekroond door akroterieën. Op eerste verdieping tweezijdige erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met elkaar verbonden door centraal balkon, elk bekroond door terras. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met canneluresParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. en smeedijzeren leuningen, geassembleerd tot een kunstig geheel. GlasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. binnen geprofileerde omlijsting. Hoogste bouwlaag met twee tweezijdige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en onder houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Plat dak voorzien van een wellicht later toegevoegde ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Benedenverdieping werd meerdere malen verbouwd; oorspronkelijk voorzien van een garage, centrale deur en drieledig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met traliewerk, in 1937 volledig verbouwd met een drieledig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en portiekingang haast identiek als deze in het aanpalend huis op nr. 55-57. In 1971 werd het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. verbouwd tot de huidige garage. Grotendeels bewaard schrijnwerk, bewaard ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Bronnen
Archieven
GAV/DS 9941 (1928), 12287 (1934), 13379 (1937), 19673 (1971).