Typologie(ën)

kerk/kathedraal/basiliek
orgel

Ontwerper(s)

Camille DAMMANarchitect1949

Fernand CRICKXglazenier1949

Detlef KLEUKERorgelbouwer1981

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoromaans

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 25323
lees meer

Beschrijving

Onze-Lieve-Vrouw der Genadekerk en pastorie in neoromaanseArchitectuurrichting (ca. 1850) die zich beroept op voorbeelden uit de romaanse bouwkunst (10e-12e eeuw) . en laat-eclectische stijl gebouwd in opdracht van de franciscanen en door de architect Camille Damman, 1949.

Vormt samen met de religieuze gebouwen van het franciscanenklooster (zie nr. 3) uit 1934 een omvangrijk geheel, gebouwd voor dezelfde opdrachtgever en door dezelfde architect.

Geschiedenis
In 1933 worden de ordes van de Waalse en Vlaamse franciscanen of minderbroeders gescheiden en elke provincie wordt een nieuw provinciaal toebedeeld. De Waalse minderbroeders krijgen een terrein op het Vogelzang plateau, een ruraalVoorbeelden van landelijke architectuur, treffen we voornamelijk aan in de verstedelijkte rand van Brussel. Ze verwijzen in dat geval vaak naar het ruraal verleden van dat gebied, nu opgeslorpt door de stad. Meestal gaat het om een zeer bescheiden architectuur, met gevels in witgekalkte baksteen en pannendaken. Naast woningen vinden we ook oude boerderijen. De belangrijkste voorbeelden stammen uit de 17e-18e eeuw. gebied in Sint-Pieters-Woluwe. Als voorwaarde wordt hen gevraagd naast het klooster, een nieuwe parochie te voorzien voor de Vogelzangwijk die langzaamaan verstedelijkt wordt.

Het terrein dat ca. 2 hectare beslaat is gelegen op de hoek van de Vogelzanglaan en de toekomstige Franciskanenlaan. De Brusselse architect Camille Damman wordt in 1933 aangesteld om het klooster, de parochiekerk en de pastorie te ontwerpen.


Plan van het klooster, de kerk en de pastorie, arch. Camille Damman, 1933, GASPW.



 Omwille van praktische redenen wordt echter besloten de bouwwerken op te splitsen in twee delen waarbij het klooster voorrang krijgt. De creatie van de parochie wordt vanaf het begin mogelijk gemaakt door een tijdelijke kapel en sacristie in het klooster.

De eerste bouwvergunning voor het klooster wordt goedgekeurd in juni 1934 en de bouwwerken worden op een snel tempo uitgevoerd. Reeds 17 maanden later, of op 21 november 1935, wordt het klooster officieel gewijd door kardinaal Van Roey. Het religieus gebouw valt op door zijn aanzienlijke afmeting met grote tuin en dubbele functie: namelijk een klooster voor de gebroeders franciscanen en een studiecentrum bestemd als opleidingshuis tot priesterwijding van de Waalse franciscanen.

Het franciscanenklooster krijgt de naam Onze-Lieve-Vrouw van Vogelzang als verwijzing naar een Middeleeuws beeld van de Onze-Lieve-Vrouw met kind dat zich nabij een verdwenen Sint-Nikolaaskapel bevond in het moerasgebied van de huidige Vogelzangwijk. De naam van de wijk zou verwijzen naar de talrijke aanwezigheid van vogels. Een kopie van dit Mariabeeld bevindt zich vandaag nog in de parochiekerk.

De tweede bouwvergunning voor de kerk en pastorie wordt in 1948 afgeleverd. Op 2 juli 1949 wordt de parochiekerk officieel ingehuldigd door de kardinaal Van Roey. De tijdelijke kapel en sacristie die zich in de oostelijke pandgang van het klooster bevonden wordt onderverdeeld in vier bouwlagen en omgevormd tot sacristie en kapittelzaal op de benedenverdieping en bibliotheek met leeszaal op de twee centrale verdiepingen.

Tegelijkertijd met de bouw van de kerk en de pastorie wordt de westelijke pandgang van het klooster uitgebreid met een gelijkvloerse volume van 8 traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die quasi tot aan de pastorie reikt.

In 1968 wordt het klooster deels omgevormd tot een religieus congrescentrum dat wordt open gesteld voor het publiek. Het aantal gebroeders franciscanen en studenten in het klooster daalt immers fors wat leidt tot de noodzaak van een nieuwe functie in de site. Verschillende ruimtes krijgen een nieuwe bestemming: zo worden het refectorium en de bibliotheek gerenoveerd tot de grootste vergaderzalen.In 1986 wordt de derde verdieping van de oostelijke pandgang, die nog niet was ingericht, verbouwd tot kloostercellen voor een gemeenschap van seniorenpaters. Tegelijkertijd wordt een rechthoekige volume toegevoegd aan de zuidoostelijke zijde van de centrale toren waarin een lift wordt voorzien.

In september 2025 verlaten de laatste paters Franciscanen het klooster en wordt de site verkocht in drie loten: de kerk met pastorie vormt het eerste deel terwijl het klooster en de tuin in twee loten wordt verdeeld en herbestemd tot appartementsgebouwen voor mindervaliden en senioren.



Franciskanenvoorplein 2, de voorgevel van de Onze-Lieve-Vrouw ter Genadekerk, @ KIK-IRPA, Brussel.


Beschrijving
Kerk
Exterieur
Basilicaal plan met hoofdbeuk van vijftien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarlangs lagere zijbeuken, dwarsbeuk en cirkelvormig koor met kooromgang. Rechthoekige toren aan de westzijde. Dwarsbeuk met drie puntvormige kapellen. Gevels in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. met hard- en witstenen elementen. Korfboogvormige muuropeningen, per drie gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd., deze voor de zijbeuken met kolonetten. BoogfriezenReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. in het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. van de zij- en middenbeuken.
Hoofdgevel langs het voorplein onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met driedelig voorbouw waarin portalen1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). onder dito frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Doorlopende  boogvormige muuropeningen met kolonetten bekroond door monumentaalZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. roosvensterRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood. en laterale blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …)..

Rechthoekige toren met smalle boogvormige muuropeningen in gemeenschappelijke boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …)., bekroond door monumentaalZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. uurwerk en klokkentoren met spitsvormig dak.

Interieur
De hoofd- en zijbeuken onder tongewelven worden van elkaar gescheiden door een bogenrij en een triforium. Geheel witgeschilderd, deels in witte similisteenBepleistering ter imitatie van natuursteen.. De gebeeldhouwde kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. tonen zowel vegetale als figuratieve motieven, in het koor voorzien van taferelen uit het leven van Franciscus van Assisi, naar ontwerp van Gaston en Michel Annaert. De zijbeuken bevatten glas-in-loodramen met abstracte voorstellingen, uitgevoerd door Fernand Crickx en naar ontwerp van J. de Meester, 1965. Het monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten., moderne orgel werd in 1981 vervaardigd door de orgelbouwer Detlef Kleuker.

De doopkapel bevindt zich aan de zuidzijde van de narthex. De voormalige sacristie, nu ingericht als weekkapel, ligt op de hoek van de toren en de pastorie, die in verbinding staat met het klooster.
De kerk bewaart talrijke waardevolle objecten, waaronder een keramieken tabernakel van Max van der Linden met taferelen uit het leven van Franciscus van Assisi, en een beeld van Onze-Lieve-Vrouw der Genaden.

Pastorie
Opstand van twee bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Centrale, gelijkvloerse voorbouw onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gevels in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. met hard- en witstenen elementen op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Korfboogvormige muuropeningen op het gelijkvloers, rechthoekig op de verdieping, telkens per twee of drie gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd.. Centrale hoofdingang voorzien van stenen bordestrap. Doorlopende  boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. in het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Zeven dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen met uitzondering van de dubbele deur.

Kleine kapel ingesloten tussen de pastorie en de kerk onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Witstenen gevel voorzien van dubbele kolonetten met gebeeldhouwde kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Beeld van Maria met kind.

Erfgoedwaarden
Artistieke waarde: de gebouwen zijn representatief voor de neoromaanseArchitectuurrichting (ca. 1850) die zich beroept op voorbeelden uit de romaanse bouwkunst (10e-12e eeuw) . en laateclectische stijl met art deco-elementen en hebben hun integriteit behouden. Het ensemble is representatief voor het werk van de Brusselse architect Camille Damman (1880, Sint-Gillis – 1969, Brussel) die een zeer actieve en veelzijdige carrière had in Brussel en Vlaanderen. Hij realiseerde uiteenlopende projecten, van particuliere woningen tot grootschalige gebouwen zoals kerken, bioscopen en scholen, en werkte daarbij in diverse stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust., waaronder eclecticisme, art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. en art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik..

Esthetische waarde: de gebouwen hebben een ensemblewaarde als religieuze site bestaande uit het franciscanenklooster met pandgang en kloostertuin, een studiecentrum voor de minderbroeders, een pastorie en een parochiekerk, omgeven door een parktuin en ontworpen tussen 1934 en 1949 door C. Damman. De kloostersite valt op door haar sobere stijl en typologie, waarbij uitsluitend baksteen wordt gebruikt voor zowel de technische als de decoratieve elementen van de gevels. De pastorie en de kerk daarentegen maken gebruik van gevarieerde bouwmaterialen, zoals breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. en hardsteen, en onderscheiden zich door hun neoromaanseArchitectuurrichting (ca. 1850) die zich beroept op voorbeelden uit de romaanse bouwkunst (10e-12e eeuw) . architectuur.

Historische waarde: de gebouwen hebben contextuele waarde omdat het franciscanenklooster in Vogelenzang het provinciaal kapittel of hoofdklooster vormt van de Waalse minderbroeders.

Sociale waarde: de gebouwen zijn representatief voor de religieuze typologie met een kerk met voorplein waarlangs een pastorie en monumentaalZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. klooster met pandgang voorzien van de hoofdfuncties (refectorium, bibliotheek, kerk) en een vleugel met kloostercellen en studieruimtes. Het wordt tevens voorzien van een ingesloten kloostertuin en een parktuin met esthetische, meditatieve en functionele bestemming.

Stedenbouwkundige waarde: de gebouwen hebben contextuele waarde als getuigen van de stedenbouwkundige ontwikkeling van de Vogelzangwijk, die bij de oprichting van het religieuze ensemble grotendeels uit landbouwgronden bestond. Vanaf het late interbellum, en vooral in de jaren 1950 en 1960, groeide de wijk uit rond de parochie van de Onze-Lieve-Vrouw der Genadekerk.

Bronnen

Archieven
GASPW 173 (1934).
Archief Maison Notre-Dame du Chant-d’Oiseau, Sint-Pieters-Woluwe.

Publicaties, studies en tijdschriften

CAPELLE, P., Les églises à Bruxelles – Kerken te Brussel, Mechelen, 1995: p. 102.
COEKELBERGHS, D., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Brabant. Kanton Sint-Pieters-Woluwe, KIKIRPA, 1980, p. 18.
HEINE, C., Woluwe-Saint-Pierre. 
Jadis, hier et aujourd’hui, Bruxelles, 1991: 100.
LACROIX, G., Woluwe-Saint-Pierre. Histoire et terroir, Bruxelles, 2012: p. 271, 226-228.
TEMMERMAN, C., Si le Vogelenzang - Chant d’Oiseau m’était conté, Cercle d’histoire, d’archéologie et d’architecture des Woluwe, 1995: pp. 21-24.
s.a.‘Couvent du Vogelzang à Woluwe-Saint-Pierre, Camille Damman, architecte’, L’Emulation, 7, 1937, p. 112.

Websites
https://www.chant-oiseau.be/historique/
https://balat.kikirpa.be/object/20018203
Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest