Typologie(ën)
villa
Ontwerper(s)
C. BEAUTRIX – architect – 1934
Stijlen
Laat-eclecticisme
Art deco
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016-2019
id
Urban : 28841
Beschrijving
Villa
op verhoogde berm in laat-eclectische stijl met art deco-inslag n.o.v. architect
C.Beautrix, 1934.
Twee bouwlagen onder tentdak, kelderverdieping op niveau van de straat. Bakstenen gevel met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen en geel geglazuurde tegels. Rechthoekige muuropeningen. Hoofdgevel met centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in lichte risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Deur en traliewerk centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. benedenverdieping in smeedijzer met kepermotief. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, met uitzondering van zolderverdieping. Garage in eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in 1938 toegevoegd.
Voortuin afgesloten door stenen muur en natuurlijke haag met centraal smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Toegang aan rechterkant via trap en smeedijzeren poort.
Twee bouwlagen onder tentdak, kelderverdieping op niveau van de straat. Bakstenen gevel met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen en geel geglazuurde tegels. Rechthoekige muuropeningen. Hoofdgevel met centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in lichte risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Deur en traliewerk centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. benedenverdieping in smeedijzer met kepermotief. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, met uitzondering van zolderverdieping. Garage in eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in 1938 toegevoegd.
Voortuin afgesloten door stenen muur en natuurlijke haag met centraal smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Toegang aan rechterkant via trap en smeedijzeren poort.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 12404 (1934), 13867 (1938).