Typologie(ën)
driegevelvilla
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1909
Stijlen
Eclectisme met pittoresk karakter
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 28835
Beschrijving
Villa
in cottage stijl opgetrokken volgens bouwaanvraag van 1909. Het driegevelgebouw
behoort tot een van de oudste constructies in de straat en gaf oorspronkelijk
uit op het panoramisch terras met uitzicht op het park van Vorst.
Baksteen benedenverdieping met elementen in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. en blauwe hardsteen. Bepleisterde verdiepingen met pseudo-vakwerk. Portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met boogvormige inkom onder leistenen afdakje. Vensters op benedenverdieping met houten luiken. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder leistenen schilddakje bekroond door balkon met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Wolfdak. Bewaarde deur, overig schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. Garage op achterliggend perceel toegevoegd in 1936.
Baksteen benedenverdieping met elementen in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. en blauwe hardsteen. Bepleisterde verdiepingen met pseudo-vakwerk. Portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met boogvormige inkom onder leistenen afdakje. Vensters op benedenverdieping met houten luiken. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder leistenen schilddakje bekroond door balkon met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Wolfdak. Bewaarde deur, overig schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. Garage op achterliggend perceel toegevoegd in 1936.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 5040 (1909), 13163 (1936).
