Typologie(ën)

appartementsgebouw
café/brasserie/taverne

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1926

A. VAN VAERENBERGHarchitect1923

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2022-2023

id

Urban : 24835
lees meer

Beschrijving

Homogeen geheel van twee opbrengsthuizen met commerciële benedenverdieping met invloeden uit de neo-Vlaamse renaissancestijl, nrs. 32-34 gesigneerd door arch. Er. Van Vaerenbergh (nr. 30 uit 1926, nr. 32-34 uit 1923).

Volgens de gemeenteraad van 27.12.1913 dienden alle nieuwe gebouwen op het toenmalige Gemeenteplein (thans Kardinaal Mercierplein) in dezelfde stijl te worden gebouwd als het gemeentehuis zodoende een stijleenheid te bereiken op het nieuw aangelegde plein.

Bakstenen gevels met elementen in wit- en hardsteen.
Stenen kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. met twee- of drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere..

Nr. 30. Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vier bouwlagen onder versierde puntgevels. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. op de verdiepingen geritmeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Gestapelde, gebogen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op twee middelste bouwlagen van de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Siermetselwerk op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Nr. 32-34. Gebogen hoekgebouw volgens symmetrische opstand van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen.
Drie dakvensters onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.. Centrale balkons met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. waartussen ijzeren hekwerk geflankeerd door gestapelde, tweezijdige erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Gestapelde, rechthoekige erkers in twee uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), deze van de tweede verdieping met rondboogvensters. Benedenverdieping geritmeerd door korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen..


Bronnen

Archieven
GAJ/DS 32-34: 3875 (1923).

Publicaties en studies
PAULUS, G., Jette, Guides des communes de la Région Bruxelloise, CFC-éditions, Bruxelles, 2000, p. 15.