Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Renaat BRAEM – architect – 1973-1978
Stijlen
Inventaris(sen)
- Inventaris van het Hedendaags Erfgoed (Urbat - 1994)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Kantoorgebouw in modernistische stijl, n.o.v. Renaat Braem, gebouwd tussen 1974 en 1978 krachtens een bouwvergunning uit 1973.
Het Rectoraatsgebouw van de VUB is een van de laatste meesterwerken van de Antwerpse architect Renaat Braem (1910–2001). Hij kreeg zijn eerste opdracht onmiddellijk na de oorlog: de bouw van sociale woningen in de wijk Het Kiel in Antwerpen (1949-1958). Nadien bouwde hij de toren van de Antwerpse politie (1952-1957), de Modelwijk op de Heizel in Brussel (1956-1963), de hoogbouwwijk Sint-Maartensdal in Leuven (1957-1967), en het ronde kantoorgebouw voor Glaverbel in Watermaal-Bosvoorde (1963-1967). Terwijl zijn eerste ontwerpen naar een internationaal modernismeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. neigden, evolueerde zijn architectuur nadien geleidelijk naar meer organische, biomorfe ontwerpen. Ondanks dit streven naar plastischer vormen zwoer hij de strengere toepassing van de architecturale vormen die zijn eerdere periode kenmerkten niet af. Hij bleef de modernistische taal toepassen en baseerde zich daarbij op het algemene concept van de zuivere vormen. Het Rectoraatsgebouw illustreert het plastische aspect en de vrije esthetiek die hij aan het einde van zijn carrière had ontwikkeld. Dit gebouw kan als een totaalkunstwerk van de architect worden beschouwd, want Renaat Braem stond in voor zowel het ontwerp als de volledige uitvoering ervan. Het Rectoraatsgebouw wil een allegorie van de bevrijding van de geest zijn, geruggensteund door een universiteit gebaseerd op het principe van vrij onderzoek.
Het heeft de vorm van een uitgerekte ellips en ligt haaks op de Generaal Jacqueslaan. Het heeft zes bouwlagen, en de gevel van lichtgele bakstenen is voorzien van meer 700 rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met donkere lijsten, in een strakke uitlijning die zowel de verticaliteit als de horizontaliteit van het gebouw benadrukt.
De toegang tot het gebouw ligt aan de Pleinlaan en omvat een glazen deur met zware houten klinken onder een omhoogkrullende betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Onder deze toegang bevindt zich de ingang van de parkeergarage, ter hoogte van de volledig ondergrondse kelderverdieping.
Buitenzijde.
Achter aan het gebouw is een vijver aangelegd in een betonnen kuip die de boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. van het gebouw volgt.
Interieur.
De vloer van de inkomhal is gemaakt van rode, witte en blauwe tegels in een lijnenspel dat de ruimte ritmeert en haar vormen volgt. Eén muur van de inkomhal is een tableau in baksteenmetselwerk in de vorm van een spiraal.
Oorspronkelijk waren alle verdiepingen als bureaulandschappen ontworpen, maar zodra het gebouw daadwerkelijk in gebruik werd genomen, werden ze omgebouwd tot aparte bureaus die door geprefabriceerde muren van elkaar werden gescheiden.
Tussen 1976 en 1984 verwezenlijkte de architect ook muurschilderingen (500 meter lang). Ze zijn thematisch ingedeeld en stijgen in spiraalvorm op van de benedenverdieping tot de vijfde verdieping. Van beneden tot boven illustreren ze de energie (vuur en water), de oorsprong van het leven, de primitieve aarde, de mens, de opstand en ten slotte het ultieme doel, de vrije mens in een vrijdenkende omgeving.
Een reeks symbolische gravures versiert de voorzijde van de luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak..
Beschermd 27.09.2007.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 290-P-VUB.
AAM/Fonds Renaat Braem
Publicaties en studies
BRAEM, R., Architectuur, een totaalkunst, Humanistisch Verbond, Mortsel, 1984.
BRAEM, R., Het schoonste land ter wereld, Kritak, Leuven, 1987.
JACOBS, U., Renaat Braem, Administratie- en Rectoraatsgebouw van de Vrije Universiteit Brussel 1971-1976, Vrije Universiteit Brussel, Brussel, 2003.
Het Rectoraatsgebouw van de Vrije Universiteit Brussel: 1971-1976, Renaat Braem, Vrije Universiteit Brussel, Brussel, 2006.
STRAUVEN, F., René Braem, de dialectische avonturen van een Vlaams functionalist, AAM, Brussel, 1983.