Onderzoek en redactie
2013-2015
Bekijk de weerhouden gebouwen
De Campus Oefenplein, waarop zich de gebouwen van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en van de Université Libre de Bruxelles (ULB) bevinden, ligt omsloten door de de Generaal Jacqueslaan, de Triomflaan en de Pleinlaan.
Dit 45 hectare grote terrein, dat thans door beide universiteiten wordt ingenomen, droeg oorspronkelijk de naam Koninklijke Jacht. Het Oefenplein, dat toen nog op het plateau van Linthout lag, verhuisde naar dit terrein toen in 1875 werd beslist om de feestelijkheden ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van België op het plateau van Linthout te organiseren. De heraanleg van de uitgestrekte Koninklijke Jacht maakte deel uit van de aanleg van nieuwe lanen, onder meer de voormalige Boulevard Militaire (de huidige Generaal Jacqueslaan). Op het Oefenplein werden, afhankelijk van de behoeften, tijdelijke bouwwerken opgetrokken. In de jaren 1950 werd overwogen de bestemming van het oefenterrein te wijzigen.
De ULB werd in 1834 gesticht door Théodore Verhaegen, een Brussels advocaat wiens droom het was een universiteit op te richten die onafhankelijk was van staat en kerk en waarin de academische vrijheid heerste. Hoewel de ULB oorspronkelijk Franstalig was, werden vanaf 1935 toch al colleges in het Nederlands gegeven. Het duurde echter tot 1963 voordat aan alle Faculteiten en Scholen onderwijs in het Nederlands werd verschaft. Uiteindelijk werd de oude eentalige universiteit in 1969 opgedeeld in een Franstalige en een Nederlandstalige universiteit. Ondertussen begon de ULB, die sinds 1922 op de Solbosch was gevestigd (zie http://www.irismonument.be/pdf/nl/9003-universite_libre_brussel-uitbreidingen_zuid.pdf), met plaatsgebrek te kampen als gevolg van de aanhoudende groei van de studentenpopulatie. In 1968-1969 kocht de universiteit het voormalige Oefenplein: twintig hectare gingen naar de nieuwe VUB, de rest naar de uitbreiding van de ULB.
De VUB
De VUB-gebouwen liggen in halve cirkels rond het Rectoraatsgebouw, de studentenhuizen en het sportterrein.
De meeste ervan werden tussen 1972 en 1976 gebouwd door het Gentse architectenbureau Baro (Bureau voor Architectuur, Ruimtelijke Ordening en Design). Vermelden we onder meer Aula Q (1976), een auditorium met opendraaiende zalen, ook TDA (Turntable Divisible Auditorium) genoemd, met een capaciteit van 250 tot 1250 zitplaatsen. Deze flexibiliteit werd mogelijk gemaakt door een draaimechanisme en blote betonnen muren. Aula Q bestaat uit een vaste zaal van 550 plaatsen met een vast middengedeelte en twee aanpalende zalen die samen of afzonderlijk open kunnen draaien. Ze zijn voorzien van een kraankop met verschillende armen waarop betonnen platen rusten. Zo kunnen de wanden vrij ronddraaien in een akoestisch labyrint. Dit systeem is slechts heel zelden gebruikt.
Het ontwerp van sommige gebouwen, met name het Rectoraatsgebouw en de studentenhuizen, werd aan befaamde architecten toevertrouwd.
Na 1976 werd het geheel aangevuld met onder meer het zwembad en de gebouwen aan de Pleinlaan. Onlangs nog werden studentenhuizen gebouwd aan de Generaal Jacqueslaan, achter de atletiekpiste.
De ULB
In juli 1969 organiseerde de raad van bestuur van de universiteit een grote internationale architectuurwedstrijd voor in Europa werkzame architecten en stedenbouwkundigen. De jury onderzocht 217 projecten uit zeventien landen. Het gelauwerde project was gezamenlijk ingediend door verscheidene agentschappen en onafhankelijke architecten. Het moest nog worden aangepast, en die opdracht werd toevertrouwd aan een van de medeontwerpers, Agence A+U, dat eveneens de werken coördineerde. Met deze werken werd meteen een aanvang genomen, te beginnen met de gebouwen A, B en C die voor de faculteiten chemie en farmacie waren voorbehouden, onder meer wegens de brand van 1971 die de laatste verdieping van de Faculté des Sciences op de Solbosch-campus teisterde. Gebouw A was als eerste klaar (n.o.v. architect Henri Montois, 1971), gevolgd door B en C (n.o.v. architect Henri Montois, 1972) en de universitaire forums (Bureau d'Architecture M. Lambrichs, 1973), en gebouwen N en O, die voor de faculteiten wiskunde en fysica waren bestemd (n.o.v.architect Henri Montois, 1974). In 1975 werden de forums aangevuld met een Maison de l'Union des Anciens Étudiants.
Toen moesten de werken echter worden stilgelegd, om financiële redenen maar ook omdat de groei van de studentenpopulatie opmerkelijk vertraagde. Het oorspronkelijke project voorzag in gebouwen met letters gaande van A tot Y, maar enkel de gebouwen A, B, C, N, O en de forums waren uitgevoerd. Later werden nog enkele gebouwen toegevoegd, waaronder studentenhuizen in 1979, gebouw S in 1985, een feestzaal (het Jefke) in 1993, en het Centre d'Action Laïque in 1997.
De ULB stond dan een gedeelte van haar terrein af voor de bouw van de derde Europese School van Brussel.
Dit 45 hectare grote terrein, dat thans door beide universiteiten wordt ingenomen, droeg oorspronkelijk de naam Koninklijke Jacht. Het Oefenplein, dat toen nog op het plateau van Linthout lag, verhuisde naar dit terrein toen in 1875 werd beslist om de feestelijkheden ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van België op het plateau van Linthout te organiseren. De heraanleg van de uitgestrekte Koninklijke Jacht maakte deel uit van de aanleg van nieuwe lanen, onder meer de voormalige Boulevard Militaire (de huidige Generaal Jacqueslaan). Op het Oefenplein werden, afhankelijk van de behoeften, tijdelijke bouwwerken opgetrokken. In de jaren 1950 werd overwogen de bestemming van het oefenterrein te wijzigen.
De ULB werd in 1834 gesticht door Théodore Verhaegen, een Brussels advocaat wiens droom het was een universiteit op te richten die onafhankelijk was van staat en kerk en waarin de academische vrijheid heerste. Hoewel de ULB oorspronkelijk Franstalig was, werden vanaf 1935 toch al colleges in het Nederlands gegeven. Het duurde echter tot 1963 voordat aan alle Faculteiten en Scholen onderwijs in het Nederlands werd verschaft. Uiteindelijk werd de oude eentalige universiteit in 1969 opgedeeld in een Franstalige en een Nederlandstalige universiteit. Ondertussen begon de ULB, die sinds 1922 op de Solbosch was gevestigd (zie http://www.irismonument.be/pdf/nl/9003-universite_libre_brussel-uitbreidingen_zuid.pdf), met plaatsgebrek te kampen als gevolg van de aanhoudende groei van de studentenpopulatie. In 1968-1969 kocht de universiteit het voormalige Oefenplein: twintig hectare gingen naar de nieuwe VUB, de rest naar de uitbreiding van de ULB.
De VUB
De VUB-gebouwen liggen in halve cirkels rond het Rectoraatsgebouw, de studentenhuizen en het sportterrein.
De meeste ervan werden tussen 1972 en 1976 gebouwd door het Gentse architectenbureau Baro (Bureau voor Architectuur, Ruimtelijke Ordening en Design). Vermelden we onder meer Aula Q (1976), een auditorium met opendraaiende zalen, ook TDA (Turntable Divisible Auditorium) genoemd, met een capaciteit van 250 tot 1250 zitplaatsen. Deze flexibiliteit werd mogelijk gemaakt door een draaimechanisme en blote betonnen muren. Aula Q bestaat uit een vaste zaal van 550 plaatsen met een vast middengedeelte en twee aanpalende zalen die samen of afzonderlijk open kunnen draaien. Ze zijn voorzien van een kraankop met verschillende armen waarop betonnen platen rusten. Zo kunnen de wanden vrij ronddraaien in een akoestisch labyrint. Dit systeem is slechts heel zelden gebruikt.
Het ontwerp van sommige gebouwen, met name het Rectoraatsgebouw en de studentenhuizen, werd aan befaamde architecten toevertrouwd.
Na 1976 werd het geheel aangevuld met onder meer het zwembad en de gebouwen aan de Pleinlaan. Onlangs nog werden studentenhuizen gebouwd aan de Generaal Jacqueslaan, achter de atletiekpiste.
De ULB
In juli 1969 organiseerde de raad van bestuur van de universiteit een grote internationale architectuurwedstrijd voor in Europa werkzame architecten en stedenbouwkundigen. De jury onderzocht 217 projecten uit zeventien landen. Het gelauwerde project was gezamenlijk ingediend door verscheidene agentschappen en onafhankelijke architecten. Het moest nog worden aangepast, en die opdracht werd toevertrouwd aan een van de medeontwerpers, Agence A+U, dat eveneens de werken coördineerde. Met deze werken werd meteen een aanvang genomen, te beginnen met de gebouwen A, B en C die voor de faculteiten chemie en farmacie waren voorbehouden, onder meer wegens de brand van 1971 die de laatste verdieping van de Faculté des Sciences op de Solbosch-campus teisterde. Gebouw A was als eerste klaar (n.o.v. architect Henri Montois, 1971), gevolgd door B en C (n.o.v. architect Henri Montois, 1972) en de universitaire forums (Bureau d'Architecture M. Lambrichs, 1973), en gebouwen N en O, die voor de faculteiten wiskunde en fysica waren bestemd (n.o.v.architect Henri Montois, 1974). In 1975 werden de forums aangevuld met een Maison de l'Union des Anciens Étudiants.
Toen moesten de werken echter worden stilgelegd, om financiële redenen maar ook omdat de groei van de studentenpopulatie opmerkelijk vertraagde. Het oorspronkelijke project voorzag in gebouwen met letters gaande van A tot Y, maar enkel de gebouwen A, B, C, N, O en de forums waren uitgevoerd. Later werden nog enkele gebouwen toegevoegd, waaronder studentenhuizen in 1979, gebouw S in 1985, een feestzaal (het Jefke) in 1993, en het Centre d'Action Laïque in 1997.
De ULB stond dan een gedeelte van haar terrein af voor de bouw van de derde Europese School van Brussel.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 290-VUB, 290-P-VUB, 290-PA-ULB, 325-ULB, 290-ULB, 290-A-ULB, 290-P-ULB, 290-campus ULB, 290, 325-VUB, 144-VUB, 290-AP-VUB.
Publicaties en studies
DESPY-MEYER, A. (red.), Les cent cinquante ans de l'Université Libre de Bruxelles (1834-1984), Éditions de l'Université Libre de Bruxelles, Brussel, 1984.
Itinéraire de l'Université Libre de Bruxelles, coll. Hommes et Paysages, Société Royale Belge de Géographie, coédition Université Libre de Bruxelles, Brussel, 2004.