Typologie(ën)
drukkerij
kantoorgebouw
kantoorgebouw
Ontwerper(s)
Fernand BRUNFAUT – architect – 1931
Marcel BRUNFAUT – 1931
Stijlen
Functionalisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33818
Beschrijving
Voormalig
drukkerij gebouw van
dagblad «Le Peuple».
Functionalistisch gebouw in nieuwe zakelijkheid, naar ontwerp van architecten Fernand
en M. Brunfaut van 1931. Opgetrokken in opdracht van de coöperatieve
maatschappijen «La Prévoyance Sociale» en «La Presse Socialiste», ingehuldigd in 1932.
Aansluitend bij het gelijktijdig aangepaste redactie- en administratiegebouw en de ateliers, naar ontwerp van architect Richard Pringiers van 1905 (zie Zandstraat nr. 33-35).
Betonconstructie met drie bouwlagen op rechthoekige plattegrond. Voorgevel gekenmerkt door een contrastrijke volumewerking, typische polychromie en beglazing, met nagestreefd publicitair effect. Oorspronkelijk bij avond versterkt door de lichtwerking van glasvlakken, neonprofielen en hoog bekronende logo’s van dagblad en uitgeversmaatschappij. Heden enigszins verarmd door ruime vernieuwing van het metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met afwijkende, ritme verstorende roedenverdeling, dichting van sommige glasvlakken en verwijdering van voornoemde logo’s. Asymmetrische opstand gevormd door een vrijwel vierkant volume met horizontale geleding, links geflankeerd door een hoog oprijzend torenvolume als bepalend verticaal accent. Sokkelvormende begane grond met zwarte tegelbekleding : drieledige beglaasde middenpartij inspringend tussen afgeronde muureinden; rechts diep ingesneden oranje betegeld ingangsportaal met afgeronde wanghoeken. Bas-reliëf «pour que le peuple lise», door beeldhouwer D. Ledel ter nagedachtenis van Joseph Wauters (1875-1929), politicus, directeur van «Le Peuple» vanaf 1910 en ijveraar voor de socialistische pers in België. Licht uitspringende beglaasde gordijngevel over de twee bovenverdiepingen, aansluitend bij het torenvolume, voorts afgezoomd door een oranje tegelstrook en zwarte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; oorspronkelijk bekronend logo «la presse socialiste». Vloerlagen belijnd door betonnen sokkels en balkons met buisprofielenwering, de onderste afbuigend ter aanduiding van het ingangsportaal; oorspronkelijk metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de eerste verdieping. Torenvolume met polygonaal beglaasde trapkoker met buisprofielenbekroning, oorspronkelijk achteraan aansluitend bij horizontale glasstroken, heden gedicht. Drieledige betonnen lichtschacht met glasstenen, boven de trapkoker uitgroeiend tot verspringende vlakken, waarop oorspronkelijk logo «LE peuple» en bekronende vlaggenmast.
Interieur gekenmerkt door wandbetegeling en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met horizontale verdeling. Machinezalen voor rotatiepersen met betonspanten op verjongende dragers op de benedenverdieping, verder afdelingen clicherie, zetterij en linotypie op de eerste verdieping, onder meer gravure en fotografie op de tweede verdieping. Metalen trap in de trapkoker; beglaasd binnenplein.
Links aanpalende uitbreiding (nr. 28) in nieuwe zakelijkheid, naar ontwerp van architecten Fernand en M. Brunfaut van 1936-1937. L-vormige vleugel doorlopend in Zandstraat nr. 29. Strak geordonneerde gevels van drie bouwlagen, met beige tegelbekleding en horizontale vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Ingesneden portaal met afgeronde wanghoeken in de Sint- Laurensstraat; winkelpui met middeningang, ingeschreven in een hogere portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. in de Zandstraat. Metalen raamwerk.
Aansluitend bij het gelijktijdig aangepaste redactie- en administratiegebouw en de ateliers, naar ontwerp van architect Richard Pringiers van 1905 (zie Zandstraat nr. 33-35).
Betonconstructie met drie bouwlagen op rechthoekige plattegrond. Voorgevel gekenmerkt door een contrastrijke volumewerking, typische polychromie en beglazing, met nagestreefd publicitair effect. Oorspronkelijk bij avond versterkt door de lichtwerking van glasvlakken, neonprofielen en hoog bekronende logo’s van dagblad en uitgeversmaatschappij. Heden enigszins verarmd door ruime vernieuwing van het metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met afwijkende, ritme verstorende roedenverdeling, dichting van sommige glasvlakken en verwijdering van voornoemde logo’s. Asymmetrische opstand gevormd door een vrijwel vierkant volume met horizontale geleding, links geflankeerd door een hoog oprijzend torenvolume als bepalend verticaal accent. Sokkelvormende begane grond met zwarte tegelbekleding : drieledige beglaasde middenpartij inspringend tussen afgeronde muureinden; rechts diep ingesneden oranje betegeld ingangsportaal met afgeronde wanghoeken. Bas-reliëf «pour que le peuple lise», door beeldhouwer D. Ledel ter nagedachtenis van Joseph Wauters (1875-1929), politicus, directeur van «Le Peuple» vanaf 1910 en ijveraar voor de socialistische pers in België. Licht uitspringende beglaasde gordijngevel over de twee bovenverdiepingen, aansluitend bij het torenvolume, voorts afgezoomd door een oranje tegelstrook en zwarte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; oorspronkelijk bekronend logo «la presse socialiste». Vloerlagen belijnd door betonnen sokkels en balkons met buisprofielenwering, de onderste afbuigend ter aanduiding van het ingangsportaal; oorspronkelijk metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de eerste verdieping. Torenvolume met polygonaal beglaasde trapkoker met buisprofielenbekroning, oorspronkelijk achteraan aansluitend bij horizontale glasstroken, heden gedicht. Drieledige betonnen lichtschacht met glasstenen, boven de trapkoker uitgroeiend tot verspringende vlakken, waarop oorspronkelijk logo «LE peuple» en bekronende vlaggenmast.
Interieur gekenmerkt door wandbetegeling en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met horizontale verdeling. Machinezalen voor rotatiepersen met betonspanten op verjongende dragers op de benedenverdieping, verder afdelingen clicherie, zetterij en linotypie op de eerste verdieping, onder meer gravure en fotografie op de tweede verdieping. Metalen trap in de trapkoker; beglaasd binnenplein.
Links aanpalende uitbreiding (nr. 28) in nieuwe zakelijkheid, naar ontwerp van architecten Fernand en M. Brunfaut van 1936-1937. L-vormige vleugel doorlopend in Zandstraat nr. 29. Strak geordonneerde gevels van drie bouwlagen, met beige tegelbekleding en horizontale vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Ingesneden portaal met afgeronde wanghoeken in de Sint- Laurensstraat; winkelpui met middeningang, ingeschreven in een hogere portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. in de Zandstraat. Metalen raamwerk.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 40553 (1931-1932), 47804 (1936- 1937).
Tijdschriften
CELIS M., VAN DEN BOSSCHE H., "De redactie- en drukkerijgebouwen van « Vooruit» en «Le Peuple»", (M. & L., 1982, 5, p. 8-23).