Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

F. VAN MEIRarchitect1911-1912

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 23079
lees meer

Beschrijving

Twee gehelen van drie opbrengstgebouwen in eclectische stijl met commerciële benedenverdieping, ontworpen door architect F. Van Meir voor eenzelfde opdrachtgever, respectievelijk in 1912 en 1911. Gesigneerd en gedateerd “F. VAN MEIR / ARCH. 1911” op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. van nr. 229a-231 en 237-239.

Ze flankeren de gebouwen van de voormalige scholengroep Josaphat, nr. 229 en 241, waarmee ze een bijzonder homogene huizenrij vormen.

Opstanden van vier bouwlagen, op nr. 223-225 met twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de overige met drie symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De opstanden van nr. 227a-227b en 229a-231 zijn identiek, met traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevat in arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. op de verdiepingen. Bakstenen gevels, op de eerste vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in rode baksteen, de laatste respectievelijk crèmekleurig en geel, met hardstenen elementen. Benedenverdieping met hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., onder zware doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Op de eerste twee verdiepingen, balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen met I-balkIJzeren latei met I-profiel. op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. en onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. op nr. 217-219 tot 229a-231. ArchivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met volutes op nr. 223-225 en 233-235-235a. DiamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en knoppenRond of afgeplat bolvormig ornament.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. op nr. 233-235-235a. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. Oorspronkelijke etalages met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling, behalve op nr. 233-235-235a. Oorspronkelijke deuren met getraliede ramen, behalve op nr. 217-219 en 233-235-235a; inrijpoort op nr. 223-225. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de verdiepingen bewaard op nr. 223-225 en 227a-227b.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 154-217-227b, 154-229a-239.