Typologie(ën)
villa
Ontwerper(s)
Alfred KNEIN – architect – 1919
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme met pittoresk karakter
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2013
id
Urban : 22415
Beschrijving
Villa in cottagestijl n.o.v. architect Alfred Knein, 1919.
Bakstenen gebouw met hardstenen elementen van twee bouwlagen met verscheidene uitbouwen onder complexe bedaking met topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. al of niet gewolfd en imitatievakwerk. Gevel aan de laan met glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter balkon met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met tweelicht. Rechterzijgevel met trapezoïdale voorbouw bekroond door terras met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Centrale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van een bouwlaag onder doorgetrokken dakhelling op getrapte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Rechtertravee van drie bouwlagen met tweezijdige voorbouw vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in gewolfde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Linkerzijgevel spaarzaam opengewerkt met kleinere venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Achtergevel oorspronkelijk voorzien van houten loggiaconstructie over twee bouwlagen met trap vanuit de lager gelegen tuin ter overbrugging van het niveauverschil.
Interieur
Interessant plan met centrale, ruime hal met ingewerkt vast meubilair en open trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met galerijen en bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. Dienst- en werkruimtes aan straatzijde gelegen, leefruimtes langs tuinzijde met cosy-corner op verhoog in loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw..
Bakstenen gebouw met hardstenen elementen van twee bouwlagen met verscheidene uitbouwen onder complexe bedaking met topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. al of niet gewolfd en imitatievakwerk. Gevel aan de laan met glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter balkon met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met tweelicht. Rechterzijgevel met trapezoïdale voorbouw bekroond door terras met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Centrale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van een bouwlaag onder doorgetrokken dakhelling op getrapte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Rechtertravee van drie bouwlagen met tweezijdige voorbouw vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in gewolfde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Linkerzijgevel spaarzaam opengewerkt met kleinere venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Achtergevel oorspronkelijk voorzien van houten loggiaconstructie over twee bouwlagen met trap vanuit de lager gelegen tuin ter overbrugging van het niveauverschil.
Interieur
Interessant plan met centrale, ruime hal met ingewerkt vast meubilair en open trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met galerijen en bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. Dienst- en werkruimtes aan straatzijde gelegen, leefruimtes langs tuinzijde met cosy-corner op verhoog in loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw..
Bronnen
Archieven
GASPW/DS 10 (1919).