Typologie(ën)

villa

Ontwerper(s)

Victor BOELENSarchitect1922

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2008, 2013

id

Urban : 22417
lees meer

Beschrijving

Villa in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. n.o.v. architect Boelens en i.o.v. de heer D. De Pau, onder-directeur van het Gemeentekrediet van België, 1922.

Opschrift ‘Villa Désirée' op cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. bovenaan op gevel. De plannen van 1922 voorzagen op deze plaats het opschrift ‘Villa Floréal'. Gebouw thans betrokken door het Vredegerecht.

Villa van twee bouwlagen met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.; portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. onder gewelfd dak gedragen door zuilen met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., bereikbaar via hardstenen trap; deur onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en met vleugels in typisch ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw., traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder rondboogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en vaas als topstuk. Laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in nis en bloemguirlande in stuc op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Rechts half verzonken garage. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gewelfde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Voortuin afgesloten met ijzeren hekwerk.

Interieur
Plan met centrale naar achtergevel doorlopende  gang met trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Rechtergedeelte met drie opeenvolgende kamers: salon met plafond in stuc en marmeren schouw in Louis XVI-stijl, eetkamer met houten lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en schouw in neo-renaissancestijl aansluitend de laatste ruimte voorzien als veranda, linkergedeelte met bureau en dienstruimtes. Plan voorzag eveneens de bouw van een (bloemen)serre met gebogen glazen dak – zie verwijzing naar de oorspronkelijke naam van het gebouw.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 330 (1922).