Typologie(ën)

driegevelvilla

Ontwerper(s)

R. TOCKingenieur-architect1927

Stijlen

Eclectisme met pittoresk karakter

Onderzoek en redactie

2008, 2013

id

Urban : 22411
lees meer

Beschrijving

Villa in laat-eclectische stijl n.o.v. architect-ingenieur R. Tock, 1927.

Halfopen bebouwing van twee bouwlagen onder gecombineerde bedaking. Gevel in gevlamde baksteen met simili-elementen. Verdiepingen belijnd door baksteenfriezen. Muuropeningen met schuine hoeken. Hoofdgevel van twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan de rechter onder wolfdak; topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter voorstevenvormig balkon op houten makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant. en met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Benedenverdieping met twee bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. voorstevenvormige uitbouwen; de rechter als portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., voorafgegaan door terras onder lessenaardak en fijne ijzeren draagconstructie.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 243 (1927).