Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Paul HAMESSE & FRÈRESarchitect, architectenbureau1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21541
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl gesigneerd “Paul Hamesse / & FRÈRES / -architectes-”, 1911.

Twee bouwlagen met niet-uitgelijnde muuropeningen op de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bijzonder decoratieve gevel bekroond door een brede topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met gewelfde aandaken, in baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen. Muuropeningen in gevarieerde vormen en afmetingen. Halfronde uitbouw met getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. bekroond door een terras met leuning. Toegangsdeur achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. Op de eerste verdieping, drie muuropeningen, de centrale heel smal. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard.

Interieur
De laatste bouwlaag wordt ingenomen door een atelier dat aan de achtergevel wordt verlicht door een brede beglaasde muuropening en een daklicht in de dakhelling.

Gevel achter een achteruitbouwstrook die deels is aangelegd als een tuintje dat bijdraagt tot het landelijkeVoorbeelden van landelijke architectuur, treffen we voornamelijk aan in de verstedelijkte rand van Brussel. Ze verwijzen in dat geval vaak naar het ruraal verleden van dat gebied, nu opgeslorpt door de stad. Meestal gaat het om een zeer bescheiden architectuur, met gevels in witgekalkte baksteen en pannendaken. Naast woningen vinden we ook oude boerderijen. De belangrijkste voorbeelden stammen uit de 17e-18e eeuw. en pittoreskeCottagestijl (eind 19e tot midden 20e eeuw): Verwijst naar de Engelse ‘cottage’ en is aldus geinspireerd op landelijke architectuur. Gekenmerkt door het decoratief aanwenden van hout in puntgevels, balkons, loggia’s, enz. Pittoreske vormgeving en volumewerking vaak benadrukt in het dakenspel. karakter van de wijk van de Vijvers. ZuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en traliewerk in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… bewaard.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 227-44.

Websites
Brussel, stad van architecten - Paul Hamesse