Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Émile JANLETarchitect1898

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21476
lees meer

Beschrijving

Geheel van vier burgerwoningen in eclectische stijl, n.o.v. architect Émile Janlet, 1898.

Nr. 17, dat oorspronkelijk deel uitmaakte van het geheel, werd in 1935 volledig verbouwd in modernistische stijl (n.o.v. architect Paul Picquet).

Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen, in baksteen met elementen in hardsteen en witsteen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.

Op nr. 13, gevel achter een achteruitbouwstrook met een tuintje dat bijdraagt tot het landelijke en pittoreske karakter van de wijk van de Vijvers. Voor de smalste van de twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bevindt zich een voorbouw van twee gevels en drie bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Langs de privétuin op de benedenverdieping, trapezoïdale uitbouw onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak.; erboven, tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. bekroond door een driehoekig houten frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Toegangsdeur rechts. Eén traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de straatkant. Halfronde houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de hoek van de voorbouw en de hoofdgevel.

Op nr. 15, 19 en 21, symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdieping met doorlopend  balkon met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de eerste verdiepingen, vervangen op nr. 21. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. of stenen latei, op de benedenverdieping op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. van latere datum op nr. 19.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 168-13-19; 168-13; 168-17.