Typologie(ën)

burgerwoning
appartementsgebouw
villa

Ontwerper(s)

Joseph VINCKEarchitect1922

J. FINKarchitect1926

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21452
lees meer

Beschrijving

Geheel gevormd door twee halfopen gebouwen in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., tegenover elkaar gebouwd voor twee verschillende eigenaars, n.o.v. architect Joseph Vincke, 1922.

Drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., elk met twee gevels, de ene aan de straatkant, de andere binnen het huizenblok. Bakstenen gevels met witstenen elementen; benedenverdiepingen bekleed met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. Rondbogige of rechthoekige muuropeningen. PilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard.

Op nr. 20, gevel aan straatkant met niet-uitgelijnde muuropeningen; eerste verdieping benadrukt door trapezoïdaal balkon met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smeedijzeren toegangsdeur. Zijgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); op centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), deur achter bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. en, op de verdiepingen, balkons met smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Op nr.24 en 24A, gebouw met twee appartementen. Aan de straatkant, gevel bijna identiek aan die van nr. 20, uitgezonderd de benedenverdieping, die voorzien is van een tweede smeedijzeren toegangsdeur: de deur links geeft toegang tot de hal van het appartement dat de eerste twee bouwlagen inneemt, die rechts geeft uit op de trap die naar het appartement op de tweede verdieping leidt. Zijgevel met in totaal dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van verschillende breedte, de twee laatste in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., met bijgebouw onder dakterras. Derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) benadrukt door stenen trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Ter hoogte van zevende en achtste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), doorlopend  balkon met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Interieur. Twee appartementen: het eerste neemt de eerste twee bouwlagen in, het tweede de laatste verdieping. Kamers in enfilade langs een smalle gang aan de gemeenschappelijke muur (met nr.26).

Tussen de twee gebouwen, omheiningsmuurtje in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. met hekken in ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..

Vermelden we nog op nr.22 de aanwezigheid van een villa in cottagestijl gebouwd binnen het huizenblok door architect J. Fink, niet toegankelijk via de openbare ruimte (1926).

Burgemeestersstraat 22, opstand, GAE/DS. 45-22 (1926).


Bronnen

Archieven
GAE/DS 45-20; 22: 45-22; 45-24-24A; 45-24.