Typologie(ën)

driegevelvilla

Ontwerper(s)

G. DESMETarchitect1913

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21450
lees meer

Beschrijving

Villa als half open bebouwing, in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., n.o.v. architect G. Desmet, 1913.

Villa met drie bouwlagen bekroond door mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. verlicht met talrijke dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Boven de eerste bouwlaag, die de helling van het terrein corrigeert en met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. is bekleed, bakstenen gevel met elementen in Euvillesteen. De gevels aan de straat- en zijkant worden benadrukt door uitsprongen en bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. of korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.; gewelfde balkons met smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat..
Aan de straatkant, benedenverdieping met garagepoort onder gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met glas-in-loodramen beschermd door traliewerk; dienstdeur (geflankeerd door oculus) leidt naar het privétuintje.
Bel-etage toegankelijk vanaf de straat via een elegante stenen trap met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op het bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.; privétuintje afgesloten door smeedijzeren hek.
Achtergevel van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met kleine annex onder klein mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Inscriptie “Villa-Mathine MCMXIII” op het stenen hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..
Typische versieringen in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk.: guirlandes, schelpen, elegant siersmeedwerk, enz. Smeedijzeren deur. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 45-13.