Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Marcel PEETERSarchitect1937

Juridisch statuut

Beschermd sinds 15 juli 2005

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21296
lees meer

Beschrijving

Luxeappartementsgebouw art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. geïnspireerd op de typische Noord-Amerikaanse wolkenkrabbers n.o.v. Marcel Peeters en i.o.v. de Société des Pavillons français (o.l.v. Gérard Kaisin), 1937.

Getrapte gevel van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): de drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) hebben achttien bouwlagen; de volgende hebben, symmetrisch en trapsgewijs, vijftien, dertien en zeven bouwlagen. Het gebouw met betonnen geraamte is bekleed met oranjegekleurde baksteen en witsteen (banden die pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. vormen); de benedenverdieping en de uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de drie eerste verdiepingen zijn bekleed met hardsteen. Het geheel is terugwijkend ten opzicht van de sokkelvormige benedenverdieping met centrale deur, met witstenen omlijsting, en twaalf smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en de toegang tot de garages. Terras met akroterieVersieringsmotief, op de hoek - in mindere mate op de top - van het hoofdgestel; vaak in de vorm van een palmet of griffioen. en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Gebeeldhouwde pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. deels vervangen volgens de oorspronkelijke verdeling.

Interieur
Vloer van de hal bekleed met steen en beklemtoond door ruiten van donker marmer. Een trap leidt naar de verschillende trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en de liften. Op de benedenverdieping: kamers voor het personeel; van de eerste tot de twaalfde verdieping: drie appartementen per verdieping; op de dertiende en veertiende verdieping: twee appartementen per verdieping; van de vijftiende tot de zeventiende verdieping: één appartement per verdieping.

Voor het gebouw ligt een tuintje met enkele bloemenperken afgesloten door een laag metalen hek.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 144-20.

Publicaties en studies
VAN DIJK, P., Appartementsgebouwen uit het interbellum, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2006 (Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 43), p. 27.

Tijdschriften
MESNEL, G., “Les Pavillons français & La Résidence de la Cambre”, L'Art belge, bijlage bij nr. 1, 1936, pp. 121-124.
MIEROP, C., “La tentation de l'Amérique, le gratte-ciel à l'époque de l'Art Déco”, Architecture Art Déco Bruxelles 1920-1930, AAM, Brussel, 1996, pp. 87-95.
“Le Building du Bd. Général Jacques”, in L'activité architecturale en Belgique, 16.10.1938 bijlage bij Journal du bâtiment et des travaux publics.