Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

LEMAL L.architect1924

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14946
lees meer

Beschrijving

Ensemble van drie appartementsgebouwen, waarvoor bouwaanvraag van 1924 n.o.v. arch. L. LEMAL, op plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. gesigneerd en gedateerd. Omvat telkens vier bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Nr. 14. Baksteenbouw met platte banden op blauwe hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met gebruik van natuursteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. voor panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met neuten, lekdrempels en sierconsole. Gevelopstand op de muurdammenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. en -velden geaccentueerd door oplopende, onderling verbonden lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).. Begane grond met paneeldeur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. tussen twee steekboogvenstersBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. Op de verdiepingen steekboogvenstersBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met neuten op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Gevelbeëindiging door postamentversiering boven de liseenpartijen.

Nr. 18, 20. Ensemble van twee identieke appartementsgebouwen volgens repeterend schema opgetrokken. Baksteenbouw met contrasterende kleurbanden. Bijna identieke opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. als Nr. 14 (begane grond Nr. 18 verbouwd in 1926 en 1932) maar met verschillen in decoratie (cfr muuropeningen onder ijzeren lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. met rozetversiering, bakstenen paneeldecoratie, bakstenen liseenpartijen en rechthoekige muuropeningen). Gevelbeëindiging door hoger oplopend middendeel met sieranker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief..

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 5616, 9936 (1924), 7973 (1926), 1718 (1932).